4.4 Het zenuwstelsel

Welkom

Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
  • Je kunt in een afbeelding aangeven hoe de impulsgeleiding in een neuron verloopt 
  • Je kunt de verschillende stappen van een actiepotentiaal uitleggen


  • Je kunt uitleggen hoe de impulsoverdracht tussen twee neuronen plaats vindt.
  • Je kunt uitleggen hoe neurotransmitters uit verschillende neuronen de impulsfrequentie van het neuron beïnvloeden.
  • Je kunt op basis van informatie over specifieke neurotransmitters de werking van verschillende toxines, medicijnen en drugs verklaren

theorie 4.3 + BINAS GHI
4.3 les 1
4.3 les 2

Slide 2 - Diapositive

Electrische signaal + chemisch signaal

Slide 3 - Diapositive

Cocaïne
  • Zeer verslavend
  • Remt heropname dopamine 

Leg uit welke effecten cocaïne heeft op de werking van het menselijk lichaam?

Slide 4 - Diapositive

Wat geeft nummer 5 aan? (88A)
A
Axon
B
Dendriet
C
Synaptisch eindknopje
D
Motorische eenheid

Slide 5 - Quiz

Onder welke anatomische indeling van het zenuwstelsel liggen de schakelcellen? (88B)

Slide 6 - Question ouverte

Bij welke stap bij de werking van de kalium-natriumpomp is energie nodig? (88E)
A
Vormverandering pomp bij afgifte Na+
B
Vormverandering pomp bij afgifte K+
C
Actief transport Na+ over celmembraan
D
Actief transport K+ over celmembraan

Slide 7 - Quiz

Wat geeft nummer 2 aan? (88F)
A
Depolarisatie
B
Repolarisatie
C
Hyperpolarisatie
D
Rustpotentiaal

Slide 8 - Quiz

Wanneer zal de natriumpoort van een dendriet zich sluiten bij een impulsoverdracht? (88G)

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen ecstasy en cocaïne op dopamine? (88I)

Slide 10 - Question ouverte

Frikandelbroodjes
  • Zeer populair bij tieners
  • Leerlingen moeten vaak vechten om er één te bemachtigen

Leerdoel:
Leg uit welk gedeelte van het zenuwstelsel actief is tijdens het halen van frikandelbroodjes en in de periode daarna

BRON: BINAS 88 B/L

Slide 11 - Diapositive

(Hoe haal je de) leerdoelen:

  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: centrale zenuwstelsel, perifere zenuwstelsel, autonome en animale zenuwstelsel, orthosympatisch en parasympatisch.

  • je kunt de de leerdoelen in begrijpelijke taal aan een ander uitleggen.
  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken.

mindmap!

Slide 12 - Diapositive

Welke 3 verschillende zenuwcellen zijn er ook al weer? (R)

Slide 13 - Question ouverte

Is een zenuw hetzelfde als een zenuwcel? Leg uit waarom wel/niet. (T2)

Slide 14 - Question ouverte

zenuwcel (neuron)

Slide 15 - Diapositive

Zenuwen maken deel uit van welk deel van het zenuwstelsel (anatomisch)? (T1)
A
Perifeer zenuwstelsel
B
Centraal zenuwstelsel

Slide 16 - Quiz

indeling op functie
animaal 
- veelal bewust

autonoom (vegetatief)
- veelal onbewust
- orthosympatisch en parasympatisch
- doelwitorganen zijn hetzelfde

Binas tabel 88L

Slide 17 - Diapositive

BINAS 88L

Slide 18 - Diapositive

Iemand schrijft een brief.
Maxima zegt dat het animale zenuwstelsel actief is.
Amalia zegt dat het autonome zenuwstelsel actief is.
Alexia zegt dat ze beiden actief zijn.
Ariane is nog te jong en zegt niets.
Wie heeft er gelijk?
A
Maxima
B
Amalia
C
Alexia
D
Ariane

Slide 19 - Quiz

Tijdens een sportwedstrijd klopt je hart sneller en adem je dieper, omdat het orthosympatisch / parasympatisch zenuwstelsel je lichaam actief houdt.
A
Orthosympatisch
B
Parasympatisch

Slide 20 - Quiz

Kies de juiste woorden.
Je gaat een sportwedstrijd spelen. Kort voor de wedstrijd biedt iemand je een patatje aan. Als je verstandig bent, dan zeg je nee, omdat het orthosympatisch / parasympatisch zenuwstelsel de vertering van de patat vertraagt / versnelt.
A
Orthosympatisch Vertraagt
B
Orthosympatisch Versnelt
C
Parasympatisch Vertraagt
D
Parasympatisch Versnelt

Slide 21 - Quiz

Kies het juiste woord.
Direct na de wedstrijd is je orthosympatisch / parasympatisch zenuwstelsel nog actief
A
Orthosympatisch
B
Parasympatisch

Slide 22 - Quiz

Noteer de juiste woorden.
Topsporters moeten voor de dopingcontrole vaak urine inleveren, direct na de wedstrijd. Dat kost wel / geen moeite, omdat het orthosympatisch / parasympatisch zenuwstelsel het plassen remt / bevordert.

Slide 23 - Question ouverte

Noteer het juiste woord.
Na de wedstrijd ga je lekker douchen en je kruipt op de bank, je valt bijna in slaap. Dit komt doordat het orthosympatisch / parasympatisch zenuwstelsel grote invloed heeft.

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Wat is het goede antwoord op de vorige vraag? (I-vraag)
A
Kaliumpoorten open Orthosympatisch
B
Kaliumpoorten open Parasympatisch
C
Kaliumpoorten dicht Orthosympatisch
D
Kaliumpoorten dicht Parasympatisch

Slide 26 - Quiz

Huiswerk
  • Maak de basiskennisvragen 1 t/m 4 van 4.4

  • Maak een Mindmap / samenvatting van de LessonUp 4.4





Iedereen maakt de mindmap, neem morgen mee. Mag op papier of laptop

Slide 27 - Diapositive

Frikandelbroodjes
  • Zeer populair
  • Leerlingen moeten vaak vechten om er één te bemachtigen

Leerdoel:
Leg uit welk gedeelte van het zenuwstelsel actief is tijdens het halen van frikandelbroodjes en in de periode daarna

BRON: BINAS 88 B/L

Slide 28 - Diapositive

1. Welk deel van je zenuwstelsel is actief tijdens het halen van een frikandelbroodje?

2. Welk deel van je zenuwstelsel is actief nadat je een frikandelbroodje hebt opgegeten?

A
1. Orthosympatisch 2. Orthosympatisch
B
1. Orthosympatisch 2. Parasympatisch
C
1. Parasympatisch 2. Orthosympatisch
D
1. Parasympatisch 2. Parasympatisch

Slide 29 - Quiz