Spierkracht 2

• Trainingsleer
• MBO
• Studiejaar 1

Trainingsleer Periode 4

Spierkracht

Stel jezelf de volgende vragen

Snap ik de volgende begrippen?

• neuromusculair systeem
• fysiologische doorsnede
• intramusculaire coördinatie
• rekrutering
• intermusculaire coördinatie
• hypertrofie
• adaptatie
• motorunits / motorische eenheden
• actiepotentiaal

Wat is een logische volgorde?

Intramusculaire coordinatie

Intermusculaire coordinatie

Hypertrofie

Leg uit wat er bedoelt wordt met: de fysiologische dwarsdoorsnede van de musculatuur:

Fysiologische dwarsdoorsnede

Welke spieren zijn meest geschikt voor het leveren van kracht?

1. 
2. 
3. 
4. 

Kracht (training)

Krachttraining leidt tot extra spiermassa (hypertrofie), schaadt de coördinatie (techniek), veroorzaakt hogere spiertonus (afname lenigheid)

  → Geen krachttraining waar technische uitvoering belangrijk is, alleen voor typische krachtsporters.

De laatste jaren:

Krachttraining, mits gekoppeld aan techniektraining, leidt tot betere prestaties en betere bescherming tegen blessures door sterkere romp en gewrichtsstructuur.

→ Krachttraining speelt weer grotere (zelfs zeer grote) rol in totale trainingsprogramma van nagenoeg alle soorten sport
.

Wat is effect op het lichaam van deze sporter bij het maken van 50 push-ups?

1. Verbetering intramusculaire coördinatie
2. Verbetering intermusculaire coördinatie
3. Hypertrofie slow-twitch spiervezels
4. Hypertrofie fast-twitch spiervezels

Motorische eenheid

Wat is een motorische eenheid?

Een groep spiervezels die door één axon wordt bediend heet een motorische eenheid (motor unit). De grootte van een motorische eenheid varieert tussen 1 en 100 spiervezels. 

aansturing 

des te minder spiervezels aan één motorische eenheid, des te preciezer de beweging die je kunt maken

spierspanning - een aantal motorische eenheden zijn altijd gespannen, hierdoor blijf je in evenwicht/ gaat je gezicht niet hangen

Actiepotentiaal

Veel signalen:

Grote motorunits

Weinig signalen:

Kleine motorunits

Welke spier heeft de grootste motorische eenheden

1. Latissimus dorsi
2. Tibialis anterior
3. M. obliquus externus
4. M. Biceps brachii

aansturing 

axon v/e motorische neuron prikkelt de motorische eindplaat van een spier (contactpunt)

hierdoor worden de spiervezels geprikkeld om samen te trekken (actine en myosine schuiven in elkaar)

alles of niets (te weinig impulsen = geen contractie)

Welke spieren hebben relatief de meeste motorneuronen in de hersenen?

1. Bovenarmspieren
2. Bilspieren
3. Buikspieren
4. Onderarmspieren

Opdracht 1

In groepjes:
Zoek het volgende op:

Welke typen krachttraining zorgt voor:

1. verbetering intramusculaire coördinatie (rekrutering)
2. hypertrofie Type 1 vezels
3. hypertrofie Type 2 vezels

Geef aan:

1. Naam van de training

2. Trainingsprikkels (omvang, duur, intensiteit en pauze

Opdracht 2

In groepjes:

Bedenkt voor iedere term een MC-vraag.

Deze stel je later aan de volledige klas:

neuromusculair systeem

fysiologische doorsnede

intramusculaire coördinatie

rekrutering

intermusculaire coördinatie

hypertrofie

adaptatie

motorunits / motorische eenheden

actiepotentiaal

Opdracht 3

Individueel 

Zoek het volgende op:

Artikel over krachttraining op internet:

Met als onderwerp: effecten van krachttraining

https:

Welke termen begrijp ik?

• neuromusculair systeem
• fysiologische doorsnede
• intramusculaire coördinatie
• rekrutering
• intermusculaire coördinatie
• hypertrofie
• adaptatie
• motorunits / motorische eenheden
• actiepotentiaal

Hoeveel termen heb je begrepen?

1

2

3

4

5

6

7

8

9