Les 4 - Medicatie bij infectieziekten - farmaco blok 2

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Farmacokinetiek
Farmacodynamiek
Beschrijft wat er in het lichaam met het medicijn gebeurt
Beschrijft wat het medicijn met het lichaam doet

Slide 6 - Question de remorquage

Maak de zin af: Een sympathico mimeticum....
A
remt de fight or flight reactie
B
stimuleert de fight or fligt reactie
C
remt de rest en digest reactie
D
stimuleert de rest en digest reactie.

Slide 7 - Quiz

Wat is een infectieziekte?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Stelling: alle micro-organismen veroorzaken ziekten in het lichaam. Je moet dus zorgen dat je GEEN ENKELE micro-organisme in je lichaam hebt.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Voor infectieziekten geldt:
VOORkomen is beter dan genezen.

Slide 12 - Sondage

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Welke toedieningsvormen voor antibiotica zijn er?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Wat zijn de voordelen van een breedspectrum antibioticum?

Slide 21 - Question ouverte

Stelling: nadeel van breedspectrum antibiotica is, dat ze ook de goede bacteriën doden in je lichaam
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Anthelminthica
antivirale middelen
antibiotica
antimycotica
bacteriën
virussen
schimmels en gisten
parasieten en protozoa

Slide 27 - Question de remorquage

Jouw tante is bij de huisarts geweest en ze is boos. Ze is zeer verhouden en wil graag 'een kuurtje' van de huisarts. Maar de huisarts heeft gezegd dat ze moet uitzieken. Hoe reageer je nu op haar?

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive