klankgroepen 1 bij de dokter

Bij de dokter
Doel voor woordenschat: 
Ik weet 5 nieuwe woorden bij het thema 'de dokter'.

Doel voor spelling: 
Ik kan de klanksoorten herkennen.
Ik weet dat je klankgroepen maakt door te luisteren naar het aantal klanken in het woord.
prik  (1 klank), dokter (2 klanken)
Ik  kan woorden met 1 en 2 klankgroepen herkennen.


N.B. (de) huisartsenpraktijk = 5 klanken, dus:
huis - ar - tsen - prak - tijk = 5 klankgroepen

(huis   artsen    praktijk =  3 woorden)

 
een samenstelling
= een samenstelling
3 woorden: huis artsen praktijk
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Bij de dokter
Doel voor woordenschat: 
Ik weet 5 nieuwe woorden bij het thema 'de dokter'.

Doel voor spelling: 
Ik kan de klanksoorten herkennen.
Ik weet dat je klankgroepen maakt door te luisteren naar het aantal klanken in het woord.
prik  (1 klank), dokter (2 klanken)
Ik  kan woorden met 1 en 2 klankgroepen herkennen.


N.B. (de) huisartsenpraktijk = 5 klanken, dus:
huis - ar - tsen - prak - tijk = 5 klankgroepen

(huis   artsen    praktijk =  3 woorden)

 
een samenstelling
= een samenstelling
3 woorden: huis artsen praktijk

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

1. Wat zie je?
timer
5:00
de huisarts
Een arts op het dorp / in de stad, waar je naar toe kunt als je ziek bent.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

de prik
timer
5:00
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
2. de dokter

Slide 5 - Carte mentale

1. de klank - teken koppeling:

de letter (klinker, medeklinker)  = wat je ZIET

de klank = wat je HOORT


korte klanken

lange klanken

2-teken klanken


>teken klanken


stomme 'e'


medeklinkers




beste vrienden

Slide 6 - Diapositive

Ik kan een woord met 1 klankgroep herkennen.

 
(de) prik
Er zit 1 klank in: de korte klank, de i.

(De klankgroep eindigt op een medeklinker, dus ik schrijf het woord zoals ik het hoor.)


Bijvoorbeeld: (dok - ter

Slide 7 - Diapositive

Ik weet dat je klankgroepen maakt door te luisteren naar het aantal klanken in het woord.

woorden met 1 klankgroep:
(de) arts
(de) prik
(de) breuk
(het) been
(de) arm
(het) hoofd



Slide 8 - Diapositive

balspel?
woorden met 1 klankgroep 'bij de dokter' (met oefenblad)

Slide 9 - Diapositive

Ik kan woorden met 2 klankgroepen herkennen.
bijvoorbeeld: (de) dokter
   (de)   dok - ter

Er zitten 2 klanken in: de korte klank en de stomme 'e'.

(De eerste klankgroep heeft een korte klank en eindigt op een medeklinker(, want als er meer medeklinkers in het midden staan, blijft de 1e staan)).

Slide 10 - Diapositive

woorden met 2 klankgroepen
wonden: won - den (je schrijft het zoals je het hoort)
pillen: pi - llen    (2 medeklinkers, dus de klinker ervoor blijft kort)
oren: oo - ren        (1 medeklinker, dus de klinker ervoor blijft lang                                          klinken, terwijl je een korte klinker ziet)
ruggen: ru - ggen
pijnen: pij - nen
breken: bree - ke

Slide 11 - Diapositive

regels klankgroepen (weten)
Klankgroepen moet je horen
Iedere klankgroep klap je.

Heeft een klankgroep een medeklinker op het einde? Dan hoor je wat je ziet. vb. kaas
                                                                                                                                                                 vb. ka
Heeft het het woord 1 klinker aan het einde van de eerste klankgroep? Dan hoor je een lange klank als er 1 medeklinker na komt. vb. te - nen                        Dan hoor je een korte klank als er 2 medeklinkers na komen.

Heeft het woord 2 of >2 verschillende medeklinkers in het midden, dan blijft de eerste medeklinker staan.

Slide 12 - Diapositive

S
Schrijf jouw 5 woorden op drie manieren: mooi etc.
werpen = gooien

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien