Persona's en doelgroepen
1 / 18
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Groepjes krijgen één blad en één pen. Om de beurt schrijven ze iets op wat met de marketing te maken heeft en ze noemen dat ook in hun groep.
Daarna een rondje door de klas. Eén groepje noemt een ding. Zo de klas door tot er geen nieuwe dingen meer genoemd worden.
Wat is marketing?
A
Alle bedrijven op de aandelen markt
B
producten en diensten die je in de winkel kan kopen
C
inspelen op de behoefte van een klant
D
De vier P's
Slide 2 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de marketingmix?
A
Reclame maken
B
Prijs, product, plaats, presentatie, personeel en promotie
C
Prijs, plaats, product, pakket, promotie en personeel
Slide 3 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is het doel van de marketingmix?
A
Reclame
B
Meer verkopen
C
Bekendheid
D
Meer omzet
Slide 4 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is geen P uit de marketingmix?
A
Product
B
Promotie
C
Pand
D
Prijs
Slide 5 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Met welke van de vier P's heeft deze afbeelding te maken?
A
Prijs
B
Product
C
Plaats
D
Promotie
Slide 6 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Met welke van de vier P's heeft deze afbeelding te maken?
A
Prijs
B
Product
C
Plaats
D
Promotie
Slide 7 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Met welke van de vier p's heeft deze afbeelding te maken?
A
Prijs
B
Product
C
Plaats
D
Promotie
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Met welke van de vier
P's heeft deze
afbeelding te maken?
P's heeft deze
afbeelding te maken?
A
Prijs
B
Product
C
Plaats
D
Promotie
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een doelgroep?
A
De beginsituatie van waaruit je iets organiseert.
B
De groep die de activiteit organiseert.
C
De groep waarvoor je iets gaat organiseren.
D
Het doel dat je wilt bereiken met de activiteit.
Slide 10 - Quiz
In Marrokko is het heel warm waardoor mevrouw vaker zich wast. Ook is zij islamitisch en bed 5x per dag dan moet je je ook van tevoren wassen. En dat hoort bij de cultuur.
Welke doelgroep valt niet onder specifieke doelgroepen?
A
Kinderen op de peuterspeelzaal
B
Dak- en thuislozen
C
Ouderen
D
Verslaafden
Slide 11 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is dan een persona?
A
Uitgebreide beschrijving van de doelgroep
B
Fotoreportage van jouw beste klant
C
Gedetailleerde Beschrijving van 'ideale klant' gebaseerd op feiten
D
Mysteryshopper die test hoe goed jouw product is?
Slide 12 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
LEEFTIJD IS EEN GOED KENMERK VAN EEN PERSONA
A
NIET WAAR
B
WAAR
Slide 13 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Klantreis (customer journey) is...
A
de bus/auto rit die de klant aflegt om naar jouw winkel te komen
B
de reis die de klant aflegt tot de aankoop van jouw product
C
het vervoersmiddel dat een klant gebruikt om bij jouw winkel te komen
D
Een online aankoop doen
Slide 14 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Waarom moet je weten hoe jouw klantreis verloopt
A
om de klant te laten aankopen
B
om klanten meer online te laten kopen
C
om een klacht te voorkomen
D
om beter in te spelen op de wensen en behoeften van de klant
Slide 15 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Een costumer journey is altijd persona gericht
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is juist over de klantreis? Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
De klantreis verloopt voor iedere klant anders.
B
De klant doorloopt de fasen van de klantreis altijd in dezelfde volgorde.
C
Een klant doorloopt altijd alle fasen van de klantreis.
D
Soms begint de klantreis weer opnieuw.
Slide 17 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Uit hoeveel fasen bestaat een klantreis?
A
Drie fasen
B
Vier fasen
C
Vijf fasen
D
Zes fasen
Slide 18 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
