Leidinggeven hoofdstuk 10

Hoofdstuk 10 Delegeren
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 10 Delegeren

Slide 1 - Diapositive

Wat is delegeren?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is géén voordeel van delegeren?
A
meer tijd voor andere zaken
B
grotere betrokkenheid van werknemers
C
verantwoordelijkheid afschuiven
D
ruimte voor ontwikkeling werknemers

Slide 3 - Quiz

Waar hangt de keuze vanaf wat je delegeert?
A
soort taak
B
de situatie
C
capaciteiten medewerker en leidinggevende
D
a.b. en c zijn goed

Slide 4 - Quiz

Je hebt 2 vormen de delegatie, welke 2 zijn dat?
A
Taakdelegatie
B
situatiedelegatie
C
crisisdelegatie
D
A en B zijn goed

Slide 5 - Quiz

Wat is géén valkuil bij delegeren?
A
steeds delegeren aan dezelfde persoon
B
je geeft de juiste persoon verantwoordelijkheid
C
stiekem controleren
D
je neemt de taak gelijk over bij problemen

Slide 6 - Quiz

Olga is leidinggevende bij een transportbedrijf. Ze geeft leiding aan de afdeling
Verkoop. Omdat ze vertrouwen heeft in de vaardigheden van accountmanager Jeroen,
wil ze een aantal van haar taken aan hem delegeren. Ze denkt daarbij bijvoorbeeld aan
het corrigeren van brieven en mailings, en het onderhouden van de contacten met een
deel van haar grote klanten.
1. Hoe kan Olga het delegeren van de taken voorbereiden?

Slide 7 - Question ouverte

2. Waarop moet Olga letten bij het informeren van Jeroen?

Slide 8 - Question ouverte

3. Is hier sprake van taakdelegatie of van situatiedelegatie?

Slide 9 - Question ouverte

2. Wat is geen voorbeeld van taakdelegatie?
A “Jelle, vrijdag ben ik er niet. Wil jij de wand met casual herenkleding op orde
brengen?”
B “Ilse, ik zie dat je vrijdag aanwezig bent, ik ben er niet. Wil jij de
kortingsposters ophangen? Ze liggen op mijn kantoor op het bureau.”
C “Carel, vrijdag ben ik weg. Wil jij voor mij de lopende zaken waarnemen?”

Slide 10 - Question ouverte

druk, dat ze taken delegeert. Ze besluit Yvonne de komende weken te laten
meelopen bij de uitvoering van bepaalde werkzaamheden. Op deze manier kan
Yvonne zien wat van haar verwacht wordt bij het uitvoeren van deze
werkzaamheden.
Noem nog twee andere aandachtspunten waarmee Marije rekening moet houden
bij het delegeren van deze taak

Slide 11 - Question ouverte