Voor- en achtervoegsels

Woordstrategieeën
Blz. 61.
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Woordstrategieeën
Blz. 61.

Slide 1 - Diapositive

Voorvoegsel
Een voorvoegsel is een woorddeel dat je vóór een woord plakt om de betekenis (of de functie) van dat woord te veranderen.

Een voorvoegsel kun je niet los gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Voorbeelden van voorvoegsels:

    aarts- : aartslui, aartsconservatief
    ver- : verbouwen, verkopen
    on- : ongunstig, oneerlijk
    ont- :  ontmoedigen, onteigenen
    her- : herexamen, heroverwegen
    wan- : wanorde, wansmaak
    oud- : oud-trainer
    
    be- : berekenen, beschrijven
    oer- : oeroud, oermoeder
    niet- : niet-roker

l
 

Slide 3 - Diapositive

Latijnse en Griekse voorvoegsels:
    a- : asociaal
    de- : deëscaleren
    pre- : prefabriceren, preïndustrieel
    pro- : pro-Amerkaans, prowesters, proactief
    non- : non-fictie
    semi- : semi-transparant
    ex- : ex-voorzitter
    vice- : vice-premier
    micro- : micromanagement
  
    t

Slide 4 - Diapositive

Achtervoegsel
Een achtervoegsel is een woorddeel dat je achter een woord plakt om de betekenis (of de functie) van dat woord te veranderen.

Een achtervoegsel komt niet als afzondelijk woord voor.

Slide 5 - Diapositive

Voorbeelden van achtervoegsels:
-je, -tje, -pje, -kje : autootje, zomerkoninkje
-loos :geluidloos, achteloos
-ig : prachtig, doorzichtig
-achtig : zoethoutachtig, geelachtig
-schap : vriendschap
-heid : schoonheid, traagheid
-lijk : koninklijk, hoofdzakelijk

Slide 6 - Diapositive

Maak eens een zelfstandig naamwoord van het woord 'gezellig'
Geef een tegenstelling van sociaal.


Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld van samenstellingen

    zonneschijn: zon + schijn
    hamerhaai: hamer + haai
    knuffelbeer: knuffel + beer
    geluidsoverlast: geluid + overlast
    krantenbericht: krant + bericht

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld van afleidingen
Uit één grondwoord kun je meerdere woorden afleiden door er een toevoegsel voor of achter te plakken. Zo maak je van het grondwoord 'schuld' de volgende afleidingen:
    schuldig
    onschuldig
    verontschuldigen
    verontschuldiging

Slide 9 - Diapositive

Blz. 61 van je boek.


Maken opdracht 1, 2 en 3.

Als je er zelf niet uitkomt overleg dan met je buurman/buurvrouw.


Na de vakantie: Toets leesvaardigheid, periode 1. Gaat over hoofdstuk 1 en 2.

Slide 10 - Diapositive