Herhaling hoofdstuk 2 en 5

Herhaling hoofdstuk 2 en 5
mavo 4 wiskunde
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhaling hoofdstuk 2 en 5
mavo 4 wiskunde

Slide 1 - Diapositive

2600 ml = ...... dl

Slide 2 - Question ouverte

1,2 km = ..... dm

Slide 3 - Question ouverte

20 are = ........ vierkante meter

Slide 4 - Question ouverte

0,3 kubieke meter = ..... dl

Slide 5 - Question ouverte

80% van 80 = .....

Slide 6 - Question ouverte

De prijs van een product is met 20% verhoogd naar € 17,40. Het kostte eerst € ..........

Slide 7 - Question ouverte

De prijs is verlaagd van € 2,50 naar € 1,90. Hoeveel procent is dat?

Slide 8 - Question ouverte


34.000.000=3,410.....

Slide 9 - Question ouverte


9,2104=...........

Slide 10 - Question ouverte


7,4105=............

Slide 11 - Question ouverte

Een driehoek heeft een langste zijde van 26 en een rechthoekszijde van 24. Hoe groot is de andere rechthoekszijde?

Slide 12 - Question ouverte

Driehoek ABC heeft zijden van 6, 7 en 9 cm. Driehoek DEF is gelijkvormig en heeft een kortste zijde van 10 cm. Bereken de langste zijde van DEF.

Slide 13 - Question ouverte

Hoek C is een gestrekte hoek. Hoek C1 is een hoek van 56 graden. Hoe groot is hoek C2?

Slide 14 - Question ouverte

Een driehoek heeft een basis van 24 en een hoogte van 10. Bereken de oppervlakte

Slide 15 - Question ouverte

Een driehoek met een basis van 20 heeft een oppervlakte van 120. Bereken de hoogte.

Slide 16 - Question ouverte

Een driehoek met langste zijde 6 heeft oppervlakte 10. Een gelijkvormige driehoek met langste zijde 18 heeft oppervlakte ....

Slide 17 - Question ouverte

Een modelauto heeft een lengte van 29 cm. De echte auto is 464 cm. De schaal is dus 1 : .....

Slide 18 - Question ouverte

Ik fiets met 20 km/uur een afstand van 6 km. Hoeveel minuten doe ik hier over?

Slide 19 - Question ouverte

Een vlieger heeft .... symmetrie-assen.

Slide 20 - Question ouverte