Lijdende bedrijvende vorm

Lijdende en bedrijvende vorm
Ik weet wat de lijdende vorm / de bedrijvende vorm is.
Ik weet wanneer ik de lijdende vorm kan gebruiken.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lijdende en bedrijvende vorm
Ik weet wat de lijdende vorm / de bedrijvende vorm is.
Ik weet wanneer ik de lijdende vorm kan gebruiken.

Slide 1 - Diapositive

Wat is een ander woord
voor "lijden"?

Slide 2 - Carte mentale

Wat is een ander woord
voor "bedrijven"?

Slide 3 - Carte mentale

Maak instapopdracht 1. p. 201
Maak de opdracht
Nakijken klassikaal.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Oefenen
Bedrijvende en lijdende vorm
> Opdracht 3 > duo’s + Teams
> Verder met 4

Slide 6 - Diapositive

Wanneer gebruik ik de lijdende vorm?
 Veel zinnen in de lijdende vorm zijn langdradig en onpersoonlijk!

Slide 7 - Diapositive

Wanneer dan wel lijdende vorm?


De relschoppers werden direct gearresteerd.
Wat zegt dit over de relschoppers?

Slide 8 - Diapositive

Wanneer dan wel lijdende vorm?


De relschoppers werden direct gearresteerd.
> als je de handelende persoon niet kent
> als het voor de hand ligt wie dat is/zijn:

Slide 9 - Diapositive

Wanneer dan wel lijdende vorm?



In die klas wordt veel geroddeld.

Slide 10 - Diapositive

Wanneer dan wel lijdende vorm?



In die klas wordt veel geroddeld.
Omdat je de handelende persoon niet wilt noemen!

Slide 11 - Diapositive

Wanneer dan wel lijdende vorm?
Veel leerlingen vonden deze toets goed te doen.
De toets is dan ook erg goed gemaakt.

Slide 12 - Diapositive

Wanneer dan wel lijdende vorm?
Veel leerlingen vonden deze toets goed te doen.
De toets is dan ook erg goed gemaakt.
Je zorgt voor afwisseling in de tekst door de lijdende vorm te gebruiken.

Slide 13 - Diapositive

Oefenen
> Opdracht 7 > duo’s + Teams
> Opdracht 9 > duo’s
> Extra VWO: opdracht 10

Slide 14 - Diapositive


> ik weet wat de lijdende / bedrijvende vorm is
> ik weet wanneer ik de lijdende vorm kan gebruiken




😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage


> ik weet wat de lijdende / bedrijvende vorm is
> ik weet wanneer ik de lijdende vorm kan gebruiken




😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage