Hoofdstuk 1 herhalingsopdrachten

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

In deze les ...

- Wat weten we nog van vorige week? 

- Huiswerk

- Herhalingsopdrachten / magisteropdrachten (aan de slag)

- Bespreking opdrachten

- Afsluiting

1. Hoe berekenen we de omzet/opbrengst/verkoopwaarde?

2. Hoe bereken we vervolgens de nettowinst?

Wat is het budget als één T-shirt €5,- kost?

Als je alleen T-shirts koopt en geen enkel broodjes, kun je 4 T-shirts kopen van het volledige budget. 1 T-shirt kost 5 euro dus:

5 x 4 = 20

Budget = 20 euro

Welke formule past er bij dit budget?

Vanuit de vorige vraag weten we dat het budget 20 euro is, ook is duidelijk geworden dat 1 T-shirt 5 euro is.

Dus bekend is:

20 = 5T + ...B

B (Broodjes) berekenen we als volgt:

Budget / Totaal aantal broodjes

20 / 12 = 1,67 euro

Dus:

20 = 5T + 1,67B

De geldhoeveelheid in de Eurozone bedroeg in 1999 ± €450.000.000.000.000. in 2010 is dit €930.000.000.000.000

Wat is het indexcijfer met 1999 als basisjaar? (1999 = 100)

Huiswerk

Wat kun/ken je na deze les

- Je beheerst zelfstandig allen stof van dit hoofdstuk

Aan de slag!

- In stilte bezig met de herhalingsopdrachten / magister opdrachten

- Alles af: Nakijken.

17

inkomen 2014 = €3,50

inkomen 2015 = ?

inkomen 2016 = ?

Druk het inkomen uit in indexcijfer. neem 2014 als basisjaar.

17

inkomen 2014 = €3,50

inkomen 2015 = €3,50 x 1,10 = €3,85

inkomen 2016 = €3,85 + €1,- = €4,85

Druk het inkomen uit in indexcijfer. neem 2014 (=100) als basisjaar.

Indexcijfer = nieuw getal / getal basisjaar x 100

2014) = 100

2015) 3,85 / 3,50 x 100 = 110

2016) 4,85 / 3,50 x 100 = 138,6

Voor volgende week

Huiswerk: Herhalingsopdrachten af