toetsbegrippen P4

Zet de fasen van het verkoopplan in de juiste volgorde:
A
analysefase; beslisfase; implementatiefase en evaluatiefase
B
beslisfase; analysefase; implementatiefase ; evaluatiefase
C
evaluatiefase; implementatiefase; analysefase; beslisfase
D
de juiste volgorde zit er niet bij.
1 / 14
suivant
Slide 1: Quiz
SalesMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Zet de fasen van het verkoopplan in de juiste volgorde:
A
analysefase; beslisfase; implementatiefase en evaluatiefase
B
beslisfase; analysefase; implementatiefase ; evaluatiefase
C
evaluatiefase; implementatiefase; analysefase; beslisfase
D
de juiste volgorde zit er niet bij.

Slide 1 - Quiz

Welke doelstelling is het minst SMART geformuleerd?
A
Volgend jaar willen wij een omzetstijging van 10%
B
Wij, van Relco bv, willen volgend jaar een klanttevredenheid van 80%
C
De afzet moet in januari 2022 verbeteren ten opzichten van 2021
D
Over 5 jaar moeten wij 5 filialen hebben.

Slide 2 - Quiz

Volgend jaar willen we onze grootste klant 12% meer verkopen.
Welke fase van accountmanagementplanning is dit?
A
accountanalyse
B
accountdoelstellingen
C
accountstrategie
D
accountbewaking

Slide 3 - Quiz

Onze grootste klant heeft dit jaar door Corona 20% minder gekocht.
Welke fase van accountmanagementplanning is dit?
A
accountanalyse
B
accountdoelstellingen
C
accountstrategie
D
accountbewaking

Slide 4 - Quiz

Onze grootste klant wordt dit jaar door Corona 20% minder bezocht.
Welke fase van accountmanagementplanning is dit?
A
accountanalyse
B
accountdoelstellingen
C
accountstrategie
D
accountbewaking

Slide 5 - Quiz

De gemiddelde verkoopprijs is dit jaar gedaald.
Welke fase van accountmanagementplanning is dit?
A
accountanalyse
B
accountdoelstellingen
C
accountstrategie
D
accountbewaking

Slide 6 - Quiz

klantretentie is:
A
hoe nieuw de klant is
B
de mate van klant tevredenheid
C
hoe goed de review van de klant is
D
de mate van klanten behoud

Slide 7 - Quiz

Een bedrijf levert structureel de beste producten.
Van welke vorm van klantenbinding is hier sprake?
A
financieel
B
sociaal
C
structureel
D
incidenteel

Slide 8 - Quiz

Een bedrijf levert structureel de goedkoopste producten.
Van welke vorm van klantenbinding is hier sprake?
A
financieel
B
sociaal
C
structureel
D
incidenteel

Slide 9 - Quiz

Een bedrijf met de hoogste gunfactor.
Van welke vorm van klantenbinding is hier sprake?
A
financieel
B
sociaal
C
structureel
D
incidenteel

Slide 10 - Quiz

Een bedrijf met een loyaliteit-programma streeft naar:
A
een diep assortiment
B
een consistent assortiment
C
een hoge klant tevredenheid
D
klantentrouw

Slide 11 - Quiz

Welke factor is niet bepalend bij cliënt rating?
A
omvang van de klant
B
eigen positie bij de klant
C
de concurrentie
D
bezoekfrequentie

Slide 12 - Quiz

Vendor rating is:
A
een middel om jouw leveranciers zo objectief mogelijk te beoordelen
B
een middel om jouw leveranciers zo subjectie mogelijk te beoordelen
C
een middel om jouw klanten zo subjectief mogelijk te beoordelen
D
een middel om jouw klanten zo objectief mogelijk te beoordelen

Slide 13 - Quiz

Servicegraad is:
A
hoeveel service een bedrijf geeft.
B
hoeveel service een bedrijf krijgt.
C
het % aantal artikelen wat uit het assortiment direct leverbaar is
D
het % aantal artikelen wat niet uit het assortiment direct leverbaar is

Slide 14 - Quiz