Management Leidinggeven 2.2

Management
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
PersoneelsbeleidMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Management

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen deze week?

Bespreken van begrippen rondom leidinggeven.
Wat is situationeel leidinggeven?
Model Hersey & Blanchard

Slide 2 - Diapositive

Wat is Leidinggeven?

Slide 3 - Carte mentale

Wat is leidinggeven?
Leidinggeven is het beïnvloeden van het gedrag van een medewerker of persoon om een doel te bereiken.











Slide 4 - Diapositive

Er zijn verschillende stijlen van leidinggeven. Noem de 5 genoemde stijlen uit je reader

Slide 5 - Carte mentale

Twee basis leiderschapsstijlen

  1. Taakgericht leiderschap
  2. Mensgericht leiderschap

Slide 6 - Diapositive

Wat is een autoritaire leiderschapsstijl?

Slide 7 - Question ouverte

Autoritair?
Ja of nee?

Slide 8 - Diapositive

Autoritair leiderschap
Het is taakgericht of sturend leiderschap
Nadruk ligt op het einddoel

De leider beslist alles zelf - éénrichtingsverkeer

Slide 9 - Diapositive

Is een autoritaire leiderschapsstijl
goed of fout?
goed
fout

Slide 10 - Sondage

Wat is een participatieve leiderschapsstijl?

Slide 11 - Question ouverte

Participatief leiderschap
De participatieve leiderschapsstijl is gericht op de onderlinge verhoudingen

De medewerkers worden betrokken bij de beslissingen. Er is sprake van tweerichtingsverkeer, samen doen!

Slide 12 - Diapositive

Situationeel leidinggeven
Iedereen heeft van nature een eigen voorkeur voor een stijl van leidingeven, maar voor elke situatie heeft een bepaalde stijl de voorkeur van toepassing.

Slide 13 - Diapositive

Situationeel leiderschap
Je past de leiderschap stijl aan per situatie 
en wat iemand al kan:

kijkend naar hoe bekwaam is de medewerker
kijkend naar hoe gemotiveerd is de medewerker.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo



Hersey & Blanchard model

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Stijl 1: Leiden (instrueren)
taakgericht
veel sturen
instructies
zeggen hoe en wat
veel controle
gebruik maken van machtspositie



Slide 18 - Diapositive

Stijl 2: Begeleiden (coaching)
taak- en mensgericht
veel sturen en ondersteunen
samen bespreken hoe en wat
controle
positiemacht & persoonsmacht




Slide 19 - Diapositive

Stijl 3: ondersteunen (samen bepalen)
veel ondersteunen
weinig sturen
samen bepalen wat en hoe
hulp bij uitvoering


Slide 20 - Diapositive

Stijl 4: delegeren (overlaten)
weinig sturen
weinig ondersteunen
loslaten
wat en hoe overlaten
hulp bij uitvoering
persoonmacht



Slide 21 - Diapositive

Welke leiderschapsstijl is voor jou het meest van toepassing (geweest) in jouw werk? (welke is het meest dominant aanwezig)
Stijl 1 = Leidend/ Directief
Stijl 2 = Begeleidend/ coachend
Stijl 3 = Ondersteunend/motiverend
Stijl 4 = Delegerend

Slide 22 - Sondage

Welke leiderschappsstijl is de meest logische voor onze eerste jaars studenten?
A
instrueren/leiden
B
begeleiden
C
ondersteunen
D
delegeren

Slide 23 - Quiz

Welke leiderschapsstijl is het meest toepasbaar voor onze tweede jaars studenten?
A
instrueren/Leiden
B
Begeleiden
C
Ondersteunen
D
Delegeren

Slide 24 - Quiz

Welke leiderschapsstijl zou jij vanuit school willen hebben wanneer je op stage bent?
instrueren/ Leiden
Begeleiden
Ondersteunen/motiveren
Delegeren

Slide 25 - Sondage

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Diapositive

Wat hebben we besproken?

Bespreken van begrippen rondom leidingeven.
Wat is situationeel leidinggeven?
Model Hersey & Blanchard

Slide 29 - Diapositive

Bij welke medewerker past de overleggen/ondersteunen stijl van situationeel leidinggeven?
A
laag bekwaam en laag bereid
B
laag bekwaam en hoog bereid
C
hoog bekwaam en laag bereid
D
hoog bekwaam en hoog bereid

Slide 30 - Quiz

Een directeur vindt het belangrijk dat medewerkers hun mening geven. Voordat hij een besluit neemt, vraagt hij daarom hun mening. Welke leiderschapsstijl past deze directeur toe? Leg uit

Slide 31 - Question ouverte

Een filiaalmanager ziet voor de 3de keer in één week dat een medewerker te laat op het werk komt. Ook valt hem op dat de pauzes van medewerkers die roken vijf minuten langer duren dan is toegestaan. De dagen daarna let de filiaalmanager op dit gedrag. Hij ziet dat het iedere dag gebeurt. De filiaalmanager wil de discipline in het bedrijf vergroten. Welke leiderschapsstijl is hiervoor geschikt: directief/autoritair, laissez-faire of democratisch? Leg uit.

Slide 32 - Question ouverte

Een medewerker is sinds kort in dienst. Hij heeft weinig ervaring, maar is enthousiast om te leren. Voordat deze medewerker aan een nieuwe taak begint, bespreekt zijn leidinggevende de taak met de medewerker. Daarna doet de leidinggevende de taak stap voor stap voor. Vervolgens voert de medewerker de taak onder toezicht uit. De leidinggevende en de medewerker spreken af op wie de medewerker terug kan vallen bij vragen. Tot slot plannen ze een afspraak om de uitvoering van de taak te evalueren.
Van welke vorm van coaching is hier sprake? Leg uit en gebruik bij je uitleg de begrippen "taakvolwassenheid" en "motivatie".

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

BPV-Opdracht 11
Uitleg
Deadline
Kern!

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive