Dierentaal

Dierentaal
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Dierentaal

Slide 1 - Diapositive

Intro: stellingen
*Je krijgt een stelling
-2 minuten de tijd om je mening op te schrijven


Slide 2 - Diapositive

Intro: stellingen
*Gesprek met buur (heeft andere stelling!)
-Welke stelling klopt volgens jullie? Licht toe. 

Slide 3 - Diapositive

Charles Hockett: opdracht 2
IEDEREEN
Maak oefening 2a
Zijn stellingen 2c waar of niet waar? Leg uit. 

DIFFERENTIATIE
Je krijgt 1 dier toegewezen voor 2b 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Opdracht 2a
-Tweeledigheid/grammatica
-Verplaatsing
-Productiviteit

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 2b
Bijen: verplaatsing. Ze kunnen communiceren over iets wat zich buiten de bijenkorf bevindt en dus niet onmiddellijk waarneembaar is.

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 2b
Dolfijnen: ze gebruiken een zekere vorm van grammatica wanneer ze met mensen communiceren

Slide 8 - Diapositive

Opdracht 2c
Krabben: geen

Slide 9 - Diapositive

Mensen kunnen de communicatie van dieren beïnvloeden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Mensen kunnen de communicatie van dieren beïnvloeden.
Waar.

Dolfijnen gebruiken een zekere vorm van grammatica wanneer ze met mensen communiceren, maar die is niet in de natuur terug te vinden. Ook de gorilla’s uit de voorbeelden gebruikten een menselijk communicatiesysteem dat niet in de natuur terug te vinden is.

Slide 11 - Diapositive

Sommige diersoorten evenaren de menselijke taalcapaciteit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Sommige diersoorten evenaren de menselijke taalcapaciteit.
Niet waar. 

Sommige dieren hebben een gesofisticeerder systeem dan andere, maar de menselijke communicatie gaat veel verder. Geen enkel dier beschikt over een combinatie van de genoemde kenmerken van menselijke taal.

Slide 13 - Diapositive

De menselijke capaciteit om te liegen is een straf staaltje van taal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

De menselijke capaciteit om te liegen is een straf staaltje van taal.
Waar. 

Mensen kunnen liegen en dus eigenlijk praten over dingen die niet bestaan (eigenlijk nog een stap verder dan praten over dingen die niet onmiddellijk waarneembaar zijn). Dat is iets wat dieren niet kunnen. Eigenlijk is dat dus een knap voorbeeld van de complexiteit en rijkdom van de menselijke taal.

Slide 15 - Diapositive

Dieren communiceren wel, maar beschikken niet over 'een taal'.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Dieren communiceren wel, maar beschikken niet over 'een taal'.
Waar. 

Dieren communiceren prima met elkaar, soms zelfs met mensen, maar het gebeurt niet op een talige manier.

Slide 17 - Diapositive

Opdracht 3
Kies uit:
1. Verplaatsing (over verleden, toekomst... praten)
2. Tweeledigheid/grammatica (bv. kat vs. tak)
3. Willekeurigheid (bv. walvis = groot dier, kort woord)
4. Productiviteit (oneindig nieuwe combinaties)
5. Metalinguïstiek (praten over taal)
6. (culturele) overdracht (leren taal door anderen)

Slide 18 - Diapositive

Opdracht 3
3a (Culturele) overdracht. Vleermuizen leren taal aan.
3b willekeurigheid
3c verplaatsing
3d grammatica

Slide 19 - Diapositive

Opdracht 4

Slide 20 - Diapositive

Opdracht 4: geluid

Bijna alle diersoorten: honden die blaffen om gevaar te duiden, vogels die fluiten, katten die blazen, maar ook interessant: mollen zien niet goed, maar hebben een uitstekend gehoor. Mollen communiceren daarom ook via ondergrondse trillingen, die perfect hoorbaar voor ze zijn.

Slide 21 - Diapositive

Opdracht 4: geur
Mieren scheiden feromonen uit om de snelste weg naar een voedselbron te markeren. Ook interessant: honden kunnen ook ruiken of een andere hond gezond is. Bovendien kan je ze trainen om te ruiken of mensen bepaalde kankers hebben.

Slide 22 - Diapositive

Opdracht 4: kleur
Het bekendste voorbeeld is de kameleon, die van kleur verandert om zich te camoufleren en zijn gemoedstoestand te tonen.

Slide 23 - Diapositive

Opdracht 4: beweging/houding
Bijen die dansen om de richting en de afstand tot de voedselbron te duiden

Slide 24 - Diapositive

Opdracht 5

Slide 25 - Diapositive

Opdracht 5
Dieren (die met mensen samenleven) communiceren niet enkel met elkaar, maar ook met mensen, al gebeurt dat natuurlijk wel non-verbaal. Het is niet makkelijk om die communicatie correct te interpreteren, wat soms leidt tot misverstanden tussen dier en mens. Dieren zijn ook vatbaar voor onze non-verbale communicatie. Die is vaak krachtiger dan onze verbale. Zo voelen sommige dieren vaak onze gemoedstoestand aan

Slide 26 - Diapositive

Opdracht 6
Vraag a + b

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

Begrijpt Stella mensentaal volgens jou?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Waarom willen mensen zo graag mensentaal aanleren aan dieren?

Slide 30 - Question ouverte

Waarom willen mensen zo graag mensentaal aanleren aan dieren? 

Mensen willen dieren begrijpen en willen dat dieren hen ook begrijpen. Omdat dieren enkel non-verbaal kunnen communiceren, leidt dat wel eens tot misverstanden. Door dieren talige elementen aan te leren, zou de communicatie vlotter kunnen verlopen.

Slide 31 - Diapositive

! Blauwe kader p. 130 ! 

Slide 32 - Diapositive

Opdracht 8 : groepspresentatie
Olifanten
Wolven
Zangvogels
Honingbijen
Katten
Salamanders
Mieren
Apen
Honden
Vleermuizen

Slide 33 - Diapositive

6WZW
VERPLICHT
-Groepspresentatie afwerken + uploaden
VOOR DE SNELLE WERKERS
-Ga naar feedbackdocument  taalproef + kies opdracht uit
-Ga naar Scoodle > BZL en maak de volgende BZL-opdrachten:
woordtekens, werkwoordspelling, tussenletters, veelgemaakte taalfouten en spellingmix en interpunctie

Slide 34 - Diapositive