2.1 Duitsland: van de Eerste naar de Tweede Wereldoorlog (C)

Historisch Context: Duitsland in Europa (1918-1991)
2.1 Duitsland: van de Eerste naar de Tweede Wereldoorlog 
Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme en welke gevolgen had dit voor Duitsland en Europa (1918 - 1945) = leidende vraag (lesdoel vandaag)
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Historisch Context: Duitsland in Europa (1918-1991)
2.1 Duitsland: van de Eerste naar de Tweede Wereldoorlog 
Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme en welke gevolgen had dit voor Duitsland en Europa (1918 - 1945) = leidende vraag (lesdoel vandaag)

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen

1. Je kunt uitleggen waarom Duitsland in de periode 1918-1920 te maken kreeg met politieke chaos en je kunt die chaos beschrijven.  
DENKEN - DELEN - UITWISSELEN 
2. Je kunt territoriale, militaire en financiële bepalingen uit het Verdrag van Versailles noemen en je kunt uitleggen hoe de meeste Duitsers hierover dachten.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen

Je kunt beschrijven waarom Duitsland in 1918-1923 met een ernstige economische crisis te maken kreeg. 

Je kunt het Dawesplan uitleggen en effect benoemen op Duitse economie.   DENKEN - DELEN - UITWISSELEN

Je kunt uitleggen waarom de Economische Wereldcrisis in Duitsland voor politieke onstabiliteit zorgde. 

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen VANDAAG

Je kunt de kenmerken van het fascisme benoemen en uitleggen waarin de NSDAP nog verschilde;

Je kunt de populariteit van de NSDAP verklaren en uitleggen hoe Hitler in 1933 volledig aan de macht kwam;

En je weet hoe Hitler Duitsland klaar maakte voor de volgende oorlog

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Omschrijf de politieke chaos in Duitsland 1918 - 1920 en leg uit waarom deze chaos ontstaan was.

Slide 6 - Carte mentale

Waarom lukte het niet om van Duitsland tussen 1918 en 1933 een stabiele parlementaire democratie te maken?

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Diapositive

Fascisme (ideologie Mussolini)
Kenmerken fascisme:

  • groep i.p.v. individu (massabijeenkomsten)
  • Extreem-nationalistisch
  • Militaristisch; verheerlijking geweld
  • Antidemocratisch
  • Eén leiderprincipe

Slide 9 - Diapositive

Theorie

Het partijprogramma van de nationaalsocialisten (nazi's) benadrukte vooral waar men 'tegen' was: tegen het kapitalisme - tegen het communisme - tegen het liberalisme - tegen het Verdrag van Versailles - tegen de joden (antisemitisme). Rassenleer was erg belangrijk.

Nationaalsocialisten: fascistische ideologie met racisme
Antisemitisme: jodenhaat
Rassenleer: theorie dat veronderstelt dat er superieure en minderwaardige rassen zijn

Slide 10 - Diapositive

SA (sturmabteilung)
SA (sturmabteilung): het partijleger. 
Burgers werden geïntimideerd (bang gemaakt) door de SA, die joden, socialisten en communisten in elkaar sloegen, om "de orde te herstellen."
Deze  paramilitairen hielpen Hitler in 1923 bij zijn staatsgreep in München (blz. 250)

Slide 11 - Diapositive

Theorie

Met paramilitair (=) machtsvertoon pleegde Hitler met de SA in november 1923 een mislukte staatsgreep. Hij had genoeg mensen overtuigd van het falen van de Weimar regering dat vele mensen zich achter hem schaarden. 

In Munchen mislukte echter de staatsgreep. Hitler raakte gewond en beland in de gevangenis. Hier schreef hij het beroemde boek 'Mein Kampf' waarin hij zijn bedoelingen voor een Groot Duits Rijk kenbaar maakte. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Theorie

Na de mislukte staatsgreep en de tijd in de gevangenis veranderde Hitler en de NSDAP zijn tactiek: van een staatsgreep plegen naar mee doen met de parlementaire democratie! 

Door de economische crisis werd Hitler en de NSDAP in de kaart gespeeld en stemden veel mensen op Hitler omdat hij verandering en verbetering beloofde. 

Slide 14 - Diapositive

Theorie

In 1930 werd de NSDAP een massaorganisatie (=). Behalve de crisis, waar de regering dus geen oplossing voor had, groeide de aanhang van de NSDAP door de manier waarop ze campagne voerde. 

Slide 15 - Diapositive

Propaganda
  • Persoonsverheerlijking Hitler

  • Indoctrinatie: (Ministerie van Propaganda, massabijeenkomsten, Hitlerjugend)

  • Terreur: geheime politie, tegenstanders werden uitgeschakeld, Jodenvervolgingen --> concentratiekampen)
  • Massapsychologie & propaganda








Slide 16 - Diapositive

Theorie

De NSDAP maakte handig gebruik van propaganda

Hij maakte gebruik van:
  • radio/tv
  • massabijeenkomsten
  • opzwepende muziek
  • vlaggen/vaandels en symboliek
  • ingestudeerde toespraken

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Theorie

Bij de verkiezingen van januari 1933 wordt de NSDAP de grootste partij en omdat andere partijen niet een meerderheid konden vormen wordt Hitler de Rijkskanselier. 

Hitler wordt Rijkskanselier op 30 januari 1933. Zijn eerste politieke daad was het uitschrijven van nieuwe verkiezingen. Hij wilde namelijk een meerderheid in de Rijksdag. 

Slide 20 - Diapositive

Theorie

Er kwamen nieuwe verkiezingen in maart 1933. Hitler wilde zoals gezegd proberen om meer dan de helft van de Rijksdag te krijgen. In totaal had de Rijksdag 647 zetels dus had Hitler genoeg aan hoe veel zetels .. ? 

Een week voor de verkiezingen gebeurde er echter iets heel belangrijks! Wie denkt te weten wat hier gebeurde? 


Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Theorie

Door de Rijksdagbrand en de arrestatie van een Nederlandse communist kon Hitler de communisten hiervan de schuld geven. 
opdr. 7 blz. 256
Er kwam een noodwet die Hitler voorzag in 'alles te mogen doen om meer onrust te voorkomen' waarop hij duizenden communisten liet arresteren en 81 communistische zetels verbood. Ze hadden er nu dus nog (647-81=566) 283 nodig. 

Slide 23 - Diapositive

Theorie

Bij de nieuwe verkiezingen kreeg de NSDAP 288 stemmen. Niet de verwachtte 'grandioze' overwinning die werd beloofd de partij had meer dan de helft van de zetels in de Rijksdag! 

23 maart 1933 neemt het nieuw gekozen parlement de machtigingswet aan en wordt Duitsland een totalitaire staat.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Beeldmateriaal

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Leerdoelen nabespreken

Je kunt de kenmerken van het fascisme benoemen en uitleggen waarin de NSDAP nog verschilde;

Je kunt de populariteit van de NSDAP verklaren en uitleggen hoe Hitler in 1933 volledig aan de macht kwam;


Slide 29 - Diapositive

Historisch Context: Duitsland in Europa (1918-1991)
2.1 Duitsland: van de Eerste naar de Tweede Wereldoorlog (A)
Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme en welke gevolgen had dit voor Duitsland en Europa (1918 - 1945) = leidende vraag (lesdoel vandaag)

Slide 30 - Diapositive