Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
6.3 Afval
Benodigheden
- Werkboek B
- Pen
- Laptop
LessonUp:
JA!
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen 6.3 - Afval
3 groepen afval
soorten vervuiling
hoe afvalstoffen in de lucht komen
het broeikaseffect
opwarming van de aarde
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Vragenlijst
Ga naar https://www.bsot.nl/studenten
Vul in:
Docent code: LLL-634
Klas: 3M1
Slide 11 - Diapositive
Waar hoort welk afval?
Nuttige toepassing
Verbranden
Storten
Slide 12 - Question de remorquage
Wie heeft er gelijk?
Limei en Lieke bespreken op welke manier drinkwater wordt gemaakt.
Maarten zegt: Drinkwater wordt gemaakt uit oppervlaktewater. Aan dit water worden bacteriën toegevoegd om het te reinigen.
Marcel zegt: Drinkwater wordt gemaakt uit grondwater. Dit wordt gefilterd en gezeefd en daarna wordt het behandeld met ultraviolette straling.
A
alleen Maarten heeft gelijk
B
alleen Marcel heeft gelijk
C
beide hebben gelijk
D
beide hebben ongelijk
Slide 13 - Quiz
Is de energiebron van fossiele afkomst of niet?
Fossiele brandstof
Niet fossiele brandstof
aardgas
aardolie
steenkool
houtskool
hout
kernenergie
wind
Slide 14 - Question de remorquage
Wie heeft er gelijk?
Over fossiele brandstoffen worden enkele uitspraken gedaan.
Zöe zegt: “Bij de verbranding van fossiele brandstoffen komt stikstofoxide vrij. Hierdoor wordt het op aarde steeds warmer.”
Naomi zegt: “De afvalgassen die bij de verbranding vrijkomen, kunnen op warme windstille dagen zorgen voor smog.”
A
alleen Zöe heeft gelijk
B
alleen Naomi heeft gelijk
C
beide hebben gelijk
D
beide hebben ongelijk
Slide 15 - Quiz
Verschillende stoffen spelen een rol bij de verzuring. Bekijk de afbeelding hiernaast. Welke stoffen moeten ingevuld worden op plaats 1 en welke op plaats 5?
A
1: Zwaveldioxide en stikstofoxide
5: Ammoniak
B
1: Zwaveldioxide en salpeterzuur
5: Ammoniak
C
1: Zwavelzuur en salpeterzuur
5: Stikstofoxide
D
1: Zwavelzuur en ammoniak
5: Stikstofoxide
Slide 16 - Quiz
Welke van de volgende verschijnselen zijn de oorzaak van het versterkte broeikaseffect? Let op: meerdere antwoorden zijn juist.
De hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht stijgt.