de voedselindustrie

De voedselindustrie
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De voedselindustrie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les 
- weten de leerlingen wat een ecologisch voetafdruk inhoudt én hoe je dit kan verminderen.
- hebben de leerling kennis gewonnen over het thema voedsel
- weten de leerlingen welke factoren omtrent het thema voedsel het milieu beïnvloeden
- hebben ze dit alles in een mindmap gezet.

Slide 2 - Diapositive

De lesopbouw
  • Onderzoeken wat jouw voetafdruk is.
  • Hoe verloopt de voedselproductie, consumptie, verspilling en verpakking.
  • maken we de placemap af en sturen hem door.

Slide 3 - Diapositive

Placemat
  • In het vak in het midden schrijf je: de voedselindustrie
  • In de vakken erbuiten schrijf je voor jezelf op wat je vandaag hebt geleerd. De onderdelen zijn: productie, consumptie, verspilling en verpakking. 
  • Aan het eind van de les krijg je nog 5 minuten om hem compleet te maken.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Wat vind jij dat je al doet aan duurzaam eten?

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Diapositive

Hoe groot is jouw impact?
(5 min)
- Klik op de link op de volgende sheet:  (https://www.voedingscentrum.nl/voedselafdruk)
- Bekijk het filmpje
- Vul de vragen in (weet je het niet precies? Gok het)
- Onthoud wat jouw voedselafdruk is

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Hoe groot is jouw voedselafdruk?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wat heb je nog meer
nodig voor voedselproductie?

Slide 14 - Carte mentale

Slide 15 - Diapositive

Welke output nog meer
aan het productieproces?

Slide 16 - Carte mentale

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Welke producten zijn denk je vooral afkomstig uit het buitenland?

Slide 20 - Carte mentale

Wat is er allemaal nodig om jouw eten in de supermarkt te krijgen?

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Waarom kiezen voor lokaal en seizoen?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Wat is het laatste voedsel dat je in de prullenbak hebt weggegooid?

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Wat zijn nog meer oorzaken voor verspilling in huishoudens?

Slide 33 - Carte mentale

Wat zou jij zelf tegen verspilling kunnen doen?

Slide 34 - Question ouverte

een duurzame verpakking

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Lien

Verpakkingsmaterialen en milieu
We gooien het verpakkingsmateriaal weg na gebruik. Dit zorgt voor afval. 

Afval is schadelijk voor natuur en milieu. 

Door duurzame verpakkingen te gebruiken blijft de schade kleiner. 

Slide 37 - Diapositive

Verpakkingsmaterialen en milieu
Je kan helpen het milieu en de natuur te beschermen door:
  • Verpakkingsmaterialen van natuurlijk materiaal te gebruiken
  • Verpakkingsmaterialen te hergebruiken
  • afval en verpakkingsmaterialen scheiden

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les 
- weten de leerlingen wat een ecologisch voetafdruk inhoudt én hoe je dit kan verminderen.
- hebben de leerling kennis gewonnen over het thema voedsel
- weten de leerlingen welke factoren omtrent het thema voedsel het milieu beïnvloeden
- hebben ze dit alles in een mindmap gezet.

Slide 40 - Diapositive

Placemat
  • In het vak in het midden schrijf je: de kledingindustrie
  • In de vakken erbuiten schrijf je voor jezelf op wat je vandaag hebt geleerd. 

Slide 41 - Diapositive

Stuur je placemat door.

Slide 42 - Question ouverte

Afval scheiden is duurzaam gedrag
A
waar
B
niet waar

Slide 43 - Quiz

Als je duurzaam wilt eten moet je minder vlees en meer seizoensgroenten eten.
A
waar
B
niet waar

Slide 44 - Quiz

Waarom is een visser bang om over te schakelen op milieuvriendelijke productie?
A
Hij wil graag duurzaam produceren.
B
Hij is bang dat zijn bedrijfskosten stijgen.

Slide 45 - Quiz

Aardbeien eten bij het kerstdiner is een voorbeeld van duurzaam voedsel
A
waar
B
niet waar

Slide 46 - Quiz