Management

• Economie
• MBO
• Studiejaar 3

Op welke managementlaag worden beslissingen genomen op beleidsniveau?

1. Operationeel
2. Tactisch
3. Strategisch

Op welke termijn worden doelstellingen bepaald wanneer er sprake is van tactisch managementniveau?

1. Korte termijn
2. Lange termijn
3. Middellang termijn

Van welke Management by- techniek is sprake?

Als medewerkers meedenken aan het vaststellen van haalbare doelen voor zichzelf.

1. Management by autority
2. Management by walking around
3. Management by objectives
4. Management by delegation

Van welke Management by- techniek is sprake?

Als medewerker veel vrijheid krijgen en alleen grote afwijkingen moeten rapporteren aan de manager.

1. Management by walking around
2. Management by objectives
3. Management by direction and control
4. Management by exeption

Van welke management by- techniek is sprake?
Als de manager de totale leiding heeft, opdrachten geeft en de medewerker stuurt in een bepaalde richting. Hij controleert intensief.

1. Management by objectives
2. Management by direction and control
3. Management by walking around
4. Management by delegation

Van welke Management by- techniek is sprake?

Als manager help je regelmatig zelf mee, je coacht en stuurt de medewerkers.

1. Management by exception
2. Management by walking around
3. Management by objectives
4. Management by delegation

Welke managementtechniek wordt vaak ingezet om medewerkers grote veranderingen te laten accepteren?

1. Management by delegation
2. Management by exception
3. Management by objectives
4. Management by seduction

Bij welke management techniek geef je de medewerkers de meeste vrijheid?

1. Management by direction of control
2. Management by exception
3. Management by objectives

Hoe heet de organisatiestructuur waarbij er speciale medewerkers zijn die leidinggevenden gevraagd en ongevraagd adviseren?

1. lijnorganisatie
2. lijn-staforganisatie
3. projectorganisatie
4. matrixorganisatie

Personeel van verschillende afdelingen, van verschillende niveaus, vormen een tijdelijke groep om een bepaald doel te bereiken. De leider is niet perse de medewerker die hoog in de hiërarchie staat. Dit betreft een.

1. Functionele organisatie
2. lijnstaforganisatie
3. Projectorganisatie
4. Matrixorganisatie

Het is belangrijk voor medewerkers om zich te houden aan afspraken en regels. Dit betreft een

1. Rolcultuur
2. Taakcultuur
3. Persoonscultuur
4. Machtscultuur

Een nieuwe medewerker krijgt uitleg van zijn leidinggevende over hoe hij zijn taak uitvoert.
Wat doet de leidinggevende?

1. Coördineren
2. Delegeren
3. Begeleiden
4. Instrueren

Bij delegeren geef je

1. een instructie aan een medewerker lager in de organisatie
2. een rotklus af
3. een taak met de verantwoor-delijkheid en bevoegdheid aan iemand lager in de organisatie
4. een taak met bijbehorende eindver-antwoordelijkheid aan een medewerker hoger in de organisatie

Wat is situationeel
leidinggeven?

Geeft nauwelijks leiding, ondersteunt de medewerkers minimaal.

Voert veel controle uit op medewerkers

Vraagt medewerkers om advies bij besluitvorming, maar houdt daarbij wel zijn eigen verantwoordelijkheid

Kan medewerkers goed motiveren

Directieve leider 

Democratische leider 

Consulterende leider 

Laissez-faire-leider

Een nieuwe medewerker krijgt uitleg van zijn leidinggevende over hoe hij zijn taak uitvoert.
Wat doet de leidinggevende?

1. Coördineren
2. Delegeren
3. Begeleiden
4. Instrueren

Opgave 9:
Wat is het verschil tussen span of control en scope of control?