1.5 Transport door membranen

Thema 1 Inleiding in de biologie    - 4 vwo 




Benodigheden
- Boek & iPad
- Schrift & BiNaS
- Pen, potlood, etc
- Rekenmachine



Cijfer
- NEE


Lessonup
- JA
Tassen in
de tassenkast
Telefoons & Jassen
in je kluis
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 1 Inleiding in de biologie    - 4 vwo 




Benodigheden
- Boek & iPad
- Schrift & BiNaS
- Pen, potlood, etc
- Rekenmachine



Cijfer
- NEE


Lessonup
- JA
Tassen in
de tassenkast
Telefoons & Jassen
in je kluis

Slide 1 - Diapositive

today''s program 
toetsmoment
bespreken inzichtvragen 

nieuwe lesstof 
Leerdoelen:
1.5.1 Je kunt de concentratie van een oplossing berekenen.
1.5.2 Je kunt uitleggen wat diffusie en osmose is en toelichten welke rol osmose speelt bij de stevigheid van planten.
1.5.3 Je kunt beschrijven hoe transport van stoffen via (cel)membranen plaatsvindt.

Biologische begrippen:
oplossing, concentratie, ppm (parts per million), diffusie, diffusiesnelheid, permeabel membraan, semipermeabel of selectief permeabel, osmose, osmotische waarde, osmotische druk, isotoon, hypotoon, hypertoon, turgor, plasmolyse, concentratieverval, passief transport, ionentransport, actief transport, endocytose, endosoom, fagocytose, voedselvacuole
aquaporine, porie-eiwitten, transporteiwitten,



Slide 2 - Diapositive

1.5.1 Je kunt de concentratie van een oplossing berekenen.
De concentratie = sterkte van een oplossing: geeft aan hoeveel stof er is opgelost per hoeveelheid oplossing (of oplosmiddel).

in mol: 
  • molariteit = mol per liter ofwel mol/L


Slide 3 - Diapositive

1.5.1 Je kunt de concentratie van een oplossing berekenen.
De concentratie = sterkte van een oplossing: geeft aan hoeveel stof er is opgelost per hoeveelheid oplossing (of oplosmiddel).


    in massa:
    • massaconcentratie = kg/L of g/L
    • massapercentage = 100%*kg/kg of 100%*g/kg (lees over de fysiologische zoutoplossing op blz. 48) 
    • massafractie = ppm (parts per million, 1 deel (massa) per miljoen delen (massa) 

    bijvoorbeeld: als 1 liter water (ca. 1 kg, 1000 g) met 1 massa-ppm lood verontreinigd is, bevat dat water 1 milligram (0,001 g) van het zware metaal.


    Slide 4 - Diapositive

    1.5.1 Je kunt de concentratie van een oplossing berekenen.
    De concentratie = sterkte van een oplossing: geeft aan hoeveel stof er is opgelost per hoeveelheid oplossing (of oplosmiddel).

    volume:
    • volumepercentage = ml/L 

    Opdracht: 
    maak kennisopdrachten 77, 78 en 79

      Slide 5 - Diapositive

      1.5.2 Je kunt uitleggen wat diffusie en osmose is 

      kijk en luister naar de video (4:09min) 
      lees in je boek over diffusie en over
      osmose

      • wat is de definitie van diffusie? 
      • wat betekent nettoverplaatsing? 
      • wat is de definitie van osmose? 

      opdracht: maak kennisopdrachten 80, 81, 82,

      Slide 6 - Diapositive

      1.5.2 Je kunt uitleggen wat diffusie en osmose is 
      lees over osmose bij dierlijke cellen 

      -> wat betekent hypotoon, hypertoon en isotoon? 
      --> wat gebeurt er met een cel wanneer deze in demiwater wordt gelegd? 

      Slide 7 - Diapositive

      1.5.2 .... en toelichten welke rol osmose speelt bij de stevigheid van planten.
      lees 'stevigheid door osmose' 

      maak kennisopdrachten 83 en 84

      Slide 8 - Diapositive

      1.5.2 .... en toelichten welke rol osmose speelt bij de stevigheid van planten.
      vergelijking dierlijke en plantaardige cel 
      In natuurlijke situaties 
      - zijn dierlijke cellen isotoon met hun omgeving 
      - zijn plantencellen turgescent (altijd in turgor, dus hypertoon  t.o.v. buiten de cel

      wat gebeurt er met de waterverplaatsing als je een turgescente plantencel in een isotone oplossing legt? 

      Slide 9 - Diapositive

      1.5.2 .... en toelichten welke rol osmose speelt bij de stevigheid van planten.
      Stel: turgescente plantencel in bekerglas met demiwater, geen netto waterverplaatsing.
      --> in de cel : osmotische druk veroorzaakt turgor, wanddruk duwt even hard terug

      --> demiwater: osmotische druk is nul 

      geen netto waterverplaatsing, dus osmotische druk van demi water is gelijk aan turgor minus wanddruk van de plantencel 

      Slide 10 - Diapositive

      1.5.2 .... en toelichten welke rol osmose speelt bij de stevigheid van planten.
      nu leg je de turgescente plantencel van het demiwater in een oplossing met gelijke concentratie aan de concentratie in de vacuole van de plantencel, dus er is sprake van isotone oplossingen

      --> demiwater: er is nu een osmotische druk 

      Er is streven dat de druk binnen en buiten de cel gelijk wordt, dus er gaat water de cel uit om dit te bereiken. 





      Slide 11 - Diapositive

      1.5.2 .... en toelichten welke rol osmose speelt bij de stevigheid van planten.
      en nu met een rekenvoorbeeld: 

      Slide 12 - Diapositive

      1.5.2 .... en toelichten welke rol osmose speelt bij de stevigheid van planten.
      Plasmolyse: celmembraan is losgelaten van de celwand
      Grensplasmolyse: er is geen turgor meer (en dus ook geen celwanddruk. 

      Turgescente cel --> cel in grensplasmolyse --> cel in plasmolyse
      - teken een plantencel in de drie situaties en let vooral op de grootte van de cel 
      - leg uit dat een weefsel met cellen in grensplasmolyse even groot is als weefsel met cellen in plasmolyse 

      Slide 13 - Diapositive

      1.5.3 Je kunt beschrijven hoe transport van stoffen via (cel)membranen plaatsvindt.

      1. via blaasjes 
      -> richting: 
      • endocytose: vorming endosoom
      • exocytose: afsnoering van Golgi-systeem (let op: lysosoom blijft dan in de cel), is een vorm van secretie 
      --> versmelting met celmembraan, dus blaasje gemaakt van dubbele laag fosfolipiden
      • verplaatsing in de cel via motoreiwitten

      Slide 14 - Diapositive

      1.5.3 Je kunt beschrijven hoe transport van stoffen via (cel)membranen plaatsvindt.
      2. Zonder belemmering door de celmembraan heen
      bv. gasvormige moleculen (O2, CO2, N2
      bv. vetachtige stoffen 

      Slide 15 - Diapositive

      1.5.3 Je kunt beschrijven hoe transport van stoffen via (cel)membranen plaatsvindt.
      3. via transporteiwitten
      • water: transporteiwitten heten aquamarinen
      • middelgrote moleculen (eiwitten, glucose) 

      --> met concentratieverval mee: passief transport
      --> tegen concentratieverval in: actief transport 

      opdracht:
      bekijk de animatie in de volgende dia en schrijf de eigenschappen van de celmembraan nog eens op 



      Slide 16 - Diapositive

      Slide 17 - Lien

      1.5.3 Je kunt beschrijven hoe transport van stoffen via (cel)membranen plaatsvindt.
      Opdracht:
      Maak de kennisopdrachten 85 t/m 87 

      Leer de leerstoffen
      Maak de inzichtopdrachten 88 t/m 92 

      Slide 18 - Diapositive

      komende donderdag 
      • practicumopdracht 4 : plasmolyse van cellen in vliesje aan het buitenkant van de rok van een rode ui --> tekeningen
      • tekening van practicumopracht 1 en practicumopdracht 4 vormen de resultaten van een natuurwetenschappelijk onderzoek. 
      • proefverslag wordt geschreven 

      Slide 19 - Diapositive