Welkom in de laatste les van Communicatie periode 1!
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1
Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom in de laatste les van Communicatie periode 1!
Slide 1 - Diapositive
Vandaag gaan jullie aan de hand van een quiz testen in hoeverre jullie de theorie beheersen. Veel succes!
Slide 2 - Diapositive
Meta communicatie
Slide 3 - Diapositive
Wat is de gesloten vraag?
A
Hoe gaat het met je?
B
Wat had je precies in gedachten?
C
Heb je daar al lang last van?
D
Kunt u dat uitleggen?
Slide 4 - Quiz
Wat zijn mogelijke nadelen van gesloten vragen? (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
Gesloten vragen helpen de ander doorgaans niet verder in het proces van gedragsverandering.
B
Gesloten vragen zetten de ander minder aan het nadenken.
C
Gesloten vragen roepen doorgaans eerder een korter antwoord op.
D
Te veel gesloten vragen komen het proces ‘relatie bouwen en onderhouden’ niet ten goede.
Slide 5 - Quiz
Je gaat vanavond toch ook meedoen met de bonte avond? Wat voor soort vraag is dit?
A
suggestieve vraag
B
indirecte vraag
C
open vraag
D
gesloten vraag
Slide 6 - Quiz
Hoe weet je wat de cliënt echt wilt?
A
Door suggestieve vragen te stellen
B
Door open vragen te stellen
C
Door gesloten vragen te stellen
D
Door informatie te geven
Slide 7 - Quiz
Je wilt de ander begrijpen en steunen. Welke luisterstrategie gebruik je dan?
A
Empathisch luisteren
B
Intensief luisteren
C
Globaal luisteren
D
Kritisch luisteren
Slide 8 - Quiz
Actief luisteren betekent dat je moeite doet om het gesprek goed te volgen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Wat is een voorbeeld van passief luisteren?
A
Je knikt als je het begrijpt
B
Je herhaalt wat er wordt gezegd
C
Je zit met je armen over elkaar het gesprek aan te horen
D
Je stelt tussendoor vragen om achter meer informatie te komen
Slide 10 - Quiz
Als je tijdens de evaluatie met meneer H. denkt:"Wat praat hij altijd moeilijk; Laat maar, ik vraag het wel aan mijn collega's.", dan is er sprake van:
A
Ongeduldig luisteren
B
Passief luisteren
C
Ongeïnteresseerd luisteren
D
Onverschillig luisteren
Slide 11 - Quiz
LSD staat voor .......
A
Luisteren, slimme vragen stellen, doorvragen
B
Luisteren, samenvatten, doorvragen
C
Luisteren, samenvatten, doorpraten
D
Luisteren, slimme vragen stellen, doorpraten
Slide 12 - Quiz
Je kunt interculturele communicatie bevorderen door:
A
je bewust te zijn van je eigen cultuur, waarden en normen en je verdiepen in de cultuur van de ander
B
de waarden en normen uit je eigen cultuur als maatstaf te nemen.
C
veel gebaren te gebruiken, want die betekenen in elke cultuur hetzelfde.
D
ervan uit te gaan dat waarden, normen en culturele gewoonten onveranderlijk zijn.
Slide 13 - Quiz
Hoe noem je het feit dat mensen verschillen o.a. afkomst, leeftijd, sekse, nationaliteit, seksuele geaardheid, religie en taalgebruik?
A
Diversiteit
B
Culturele identiteit
C
Interculturele communicatie
Slide 14 - Quiz
Op je werk zul je wel eens moeten communiceren met mensen die een andere achtergrond hebben dan jij hebt. Dit noem je ook wel...