7 competenties van de docent

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

docentontwikkeling

Waar sta ik als docent in mijn team,

Wat gaat goed en waar kan ik nog iets leren?

Een reflectiemomentje....

docent-
competenties

1. Interpersoonlijk competent

Vaardigheden:

Communicatieve vaardigheden

Kennis:

Ontwikkelingspsychologie

Roos van Leary

Digital natives (Marc Prensky)

Homo Zappiens (Wim Veen)

Houding:

Affectie

Empathie

Ruimte bieden en grenzen stellen

Hoe authentiek ben je op school?

Zie jij jezelf zoals anderen jou zien?

Wat zien leerlingen als ze bij jou in je lokaal binnenkomen: een docent die wat anders aan het doen is, of iemand die hen ontvangt?

Wat zou je willen dat leerlingen over je schrijven als je jezelf zou googelen?

2: Pedagogische competentie

Vaardigheden:

Orde houden

Conflictbeheersing

Waarnemen

Feedback geven en ontvangen

Kennis :

Pedagogisch handelen

Sociale veiligheid

Feedback

Houding:

Van elkaar leren is normaal

Ik hou van mijn leerlingen

Fouten maken móet, om te kunnen leren

'Ik' en 'zij': samen (en niet: tegenover elkaar)

Hoe ziet volgens jou de ‘samenleving’ van de leerling er uit?

Waarom stel jij regels?

Hoe ga jij zelf met andermans regelgeving om?

Wat doe je meer: letten op de dingen die fout gaan of op de dingen die goed gaan?

Wat doen leerlingen anders op hun smartphone dan jij? Hoe erg vind je dat?

3: Vakinhoudelijke en didactische competentie

Vaardigheden:

Gebruik digitaal lesmateriaal

Methodekeuze:

Een-keuzeproces-voor-een-leermiddel

Kennis:

Vakinhoud: Officiële eindtermen

Toetsen: Beoordelen

Ontwerpen van lessen

Didactische werkvormen en ander gereedschap

Houding:

Altijd werken vanuit de gemeenschappelijke visie

Het boek is een inspiratiebron, geen keurslijf.

Aanpassen van leermiddelen is altijd nodig.

Ik hou van verschillende werkvormen.

Bij toetsen wil ik weten wat de leerling weet, niet wat hij/zij niet weet.

Weet je wat in de eindtermen staat of dènk je dat je dat weet?

Welke verschillende didactische werkvormen gebruik jij?

Hoe hou jij de onderwijskundige- en vakontwikkelingen bij?

Welke vragen uit het laatste proefwerk waren voor leerlingen een volslagen verrassing?

Welk van de volgende gedachten heb je bij het kiezen of schrijven van een toetsvraag:
‘Ik weet zeker dat de meeste leerlingen deze vraag goed kunnen beantwoorden’.
OF
‘Ik weet zeker dat de meeste leerlingen deze vraag lastig kunnen beantwoorden’?

4: Organisatorische competentie

Vaardigheden:

Plannen

Passend organiseren

Instructies schrijven

Kennis:

Klassenmanagement

Houding:

Een goede organisatie is het halve werk.

Pas jij de opstelling in de klas aan aan de activiteiten van de leerlingen?

Welke planningen van jou deel je met je leerlingen en reflecteer je daarop?

5. samenwerken in een team

Vaardigheden:

Samenwerken

Observeren en feedback

Kennis:

Werken in een team

Intervisie

Houding:

Ik ben een deel van het geheel.

Kun jij in een enkele zin jullie teamdoel verwoorden?

Hoe resultaat gericht ben jij op een teamvergadering?

Gaat het teambelang boven jouw eigen belang?

6: Samenwerken met de omgeving

Vaardigheden:

Actief netwerken

Kennis:

Over de eigen schoolomgeving

Over de externe contacten vd school

Vervolgopleidingen

Netwerken (ook digitaal!)

Houding:

De school en de wijk/dorp/stad hebben interactie.

Onderwijs treedt ook buiten het schoolgebouw.

Ouders horen ook bij de omgeving.

Wat is jouw voornaamste reden om ouders/verzorgers uit te nodigen voor een ouderavond?

Welke vragen stel jij aan de ouders tijdens de spreekavond?

Bij welk onderwerp ga jij 'je loopgraaf' in, in de verdediging?

7: Reflectie en ontwikkeling

Vaardigheden:

Reflecteren op persoon, proces en product

Eigen portfolio beheren

Kennis:

Reflectie

Zelfsturing

CAO vo en po

portfolio en competenties

Houding:

Een leven lang blijf ik aantoonbaar leren

Wat heb jij tot nu toe gedaan aan je verdere professionalisering?

Waar heb je nog veel in te leren?

Hoe hou je een persoonlijk ontwikkelingsportfolio bij?

! Wakeup call voor leraren met ervaring

Jouw rollen zijn: regisseur van het leren en ‘expert’ in het vak dat je geeft.

In een goede les staat de docent 20% van de tijd centraal en werkt de leerling 80% van de tijd. Luisteren is geen werken.

1. waar
2. niet waar
3. soms
4. alleen bij een ander

Degene die uitlegt, leert.
Wie moet dus veel uitleggen?

1. docent
2. leerling
3. niemand
4. externen

Wanorde veroorzaak je vaak zelf. Het ligt bijna nooit aan de leerlingen.

1. waar
2. niet waar

Een lesonderdeel/-activiteit duurt liefst
nooit langer dan 10 minuten.

Een leerling is een hele dag intensief bezig geweest op school.
Na schooltijd moet er daarom gelegenheid zijn te ontspannen.
Bedenk dat je met huiswerk er nog een schooldag achteraan kan plakken.

Ben je iets tegengekomen waar je in zou willen/kunnen ontwikkelen?

Wat neem je mee?