Code+ deel 2 Herhaling

Herhaallessen code+
Herhaling van grammatica, routines en woordenschat.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaallessen code+
Herhaling van grammatica, routines en woordenschat.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H1 Dat is een Koopje!
Grammatica:
- het diminutief

- de imperfectum regelmatig
de imperfectum onregelmatig

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

woordenschat

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

je
je
tje
pje
kje
!!
etje!
tafel
boot
doos
riem
zon
koning

Slide 4 - Question de remorquage

Let op

ngk = 'niet goed kinderen'.

bij -etje een extra medeklinker
Bij regelmatige werkwoorden in de imperfectum gebruik je..
timer
0:15
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

werken
K
ja!
+te
typen
P
ja!
+te
slagen
N
nee!
+de
Hele werkwoord
- en
laatste letter
In SoFT KeTCHuP?
+ de/te

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ken alle onregelmatige werkwoorden van het hoofdstuk..
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

regelmatig -de
regelmatig -te
onregelmatig
insteken
gebruiken
afrekenen
verkopen
stelen
groeien
opschrijven
hoeven
intoetsen
uitgeven
nadenken over
sparen
lukken

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf een zin:
- met een diminutief
- in de imperfectum

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

H7 En wat doe jij?
Grammatica:
- de relatieve bijzin met 'die' of 'dat'
- de samenstelling
- de vorm van een woord

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

woordenschat

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

die/dat
het verbum
rest
hoofdzin

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Het woord vóór die/dat in de hoofdzin is ..
A
een werkwoord
B
het subject
C
een adjectief
D
een substantief

Slide 13 - Quiz

substantief = zelfstandig naamwoord..

of 'de/het woord'.
De docent kijkt
naar een student
.........

Slide 14 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

adjectieven
substantieven
vreselijk
hopeloos
maaier
wasbaar
blijheid
elektrisch
rommelig
boerin
mededeling

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions