Joaquim,Sem Sanne,Noortje,Elena Sebas, Bence
Seher,Romy Bo,Romée,Swen Zoe,Joany
Sam,Aviva Jelte,Marijn Gervin,Matthijs
Gert,Dylan Micky,Merel,Emilie Daan,Isa
Mara,Kjeld
Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Joaquim,Sem Sanne,Noortje,Elena Sebas, Bence
Seher,Romy Bo,Romée,Swen Zoe,Joany
Sam,Aviva Jelte,Marijn Gervin,Matthijs
Gert,Dylan Micky,Merel,Emilie Daan,Isa
Mara,Kjeld
Als je twee zijden van een rechthoekige driehoek
weet, dan kun je de hoeken berekenen.
Hoek B = tan⁻¹ (5:13) = 21° Hoek I = sin⁻¹ (12:20) = 37°
Hoek F en E kun je niet op deze manier berekenen, want er zit geen rechte hoek in
Bereken de afstand tussen punt A (-3,6) en B (2,3).
Bepaal eerst hoe lang de twee korte zijdes zijn en
dan kun je de lange zijde (AB) uitrekenen.
Dus (32 + 52) = 5,8 cm
Eén korte zijde is 5 cm en de lange zijde is 8 cm.
De andere korte zijde (AB) is dan
(82 - 52) = 6,2 cm