Enzymen les 1

Enzymen
Werking en invloeden
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
biologieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Enzymen
Werking en invloeden

Slide 1 - Diapositive

Enzymen

Slide 2 - Carte mentale

Enzymen
Eiwitten
Versnellen reacties
Katalysatoren

Slide 3 - Diapositive

Met welk voorwerp kun je de werking van enzymen vergelijken?
A
Lepel
B
Schaar
C
Deegroller
D
Blender

Slide 4 - Quiz

Wat is een ander woord voor enzym?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Naamgeving
Afgeleide van het substraat met het achtervoegsel - ase


Lipiden
lipase
Proteïnen
protease
Nucleotiden
nucleasen

Slide 7 - Diapositive

Invloedsfactoren
Temperatuur
pH
Substraat- en enzymconcentratie
Remstoffen

Slide 8 - Diapositive

Temperatuur

Slide 9 - Diapositive

De ____________ van een stof geeft aan hoe zuur iets is. Je kunt dit aflezen op een  ____________ . De pH van 7 is  ____________ . Hoe lager de pH van een stof is, hoe  ____________  de stof is. Als een stof een pH boven de 7 heeft, noem je dit  ____________ . 
zuurgraad
pH-schaal
neutraal
zuurder
basisch

Slide 10 - Question de remorquage

pH

Slide 11 - Diapositive

Substraat- & enzymconcentratie
Substraat:
Alle enzymen bezet

Enzymen:
Enzymen raken werkloos

Slide 12 - Diapositive

Substraat- & enzymconcentratie

Slide 13 - Diapositive

Enzymkinetiek
De leer van de reactiesnelheid van enzymen

Slide 14 - Diapositive

Remstoffen
Remmende werking op enzymen

Inhibitoren

Onherstelbaar beschadigen

Fake-substraat

Slide 15 - Diapositive

Industrie
Levensmiddelen

Medicijnen

Wasmiddelen

Slide 16 - Diapositive

Productie
Kweekvaten

Micro-organismen

Zuiveren

Slide 17 - Diapositive

Uit welke biomoleculen zijn enzymen opgebouwd?

Slide 18 - Question ouverte

Lipiden
Proteïne
Maltose
Lactose
Nucleotiden
Welk enzym hoort bij welk substraat?
Nuclease
Lipase
Lactase
Maltase
Protease

Slide 19 - Question de remorquage

Peptase heeft een optimum-pH van 2,5. In welk deel van je vertering komt dit enzym voor?
A
Slokdarm
B
Speeksel
C
Pancreas
D
Maag

Slide 20 - Quiz

Waarom is het belangrijk om bij een enzymatische bepaling niet zomaar een overmaat enzym te gebruiken?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is de invloed van zware metalen op enzymen? Is deze invloed reversibel of irreversibel?
A
herstelen ruimtelijke structuur en irreversibel
B
beschadigen ruimtelijke structuur en irreversibel
C
beschadigen ruimtelijke structuur en reversibel
D
herstellen ruimtelijke structuur en reversibel

Slide 22 - Quiz

Welke organismen gebruikt men bij de industriële productie van enzymen?
A
amoebes en bacteriën
B
virussen en amoebes
C
virussen en bacteriën
D
gisten en bacteriën

Slide 23 - Quiz