les 5: Formatieve toetsing lezen, woordenschat en taalverzorging spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, k
• Leerjaar 1,2

Voorbereidingen les

Welkom 2B!

• Telefoons in de bak.
  
• Plek zoals op de plattegrond.
  
• Tas naast de stoel.
  
•   Chromebook + leesboek op tafel.
  
• Gezicht naar het bord.

Denk aan de afspraken...

1. We wachten met onze tas inpakken tot de docent heeft gezegd dat dit mag.
   
2. We lopen niet door het lokaal zonder het te vragen.
   
3. Als je binnenkomt ga je zitten op je plek (plattegrond) en pak je je spullen.
   
4. Tijdens de uitleg is het stil en letten we goed op.
   
5. We houden het lokaal netjes.

Denk ook hieraan...

1. Niet aan de afspraken houden > naam op het bord.
   
2. Bij een waarschuwing komt er een streepje achter.
   
3. Drie streepjes = bij de docent zitten.
   
4. Eerst waarschuwing daarna = nablijven.

Voor degenen die ik apart heb gesproken, gelden de afspraken die we hebben gemaakt tijdens het gesprek >

3 waarschuwingen in 1 les = naar teamleider.

Programma

Boeken van DOK inleveren.

Lezen (5min)

Quiz

Huiswerk check.

Geheugen opfrissen en een stukje uitleg.

Lezen

5 minuten.

In stilte.

De knotsgekke Nederlands quiz

1. Ga naar kahoot.it
2. Vul de game-pin in.
3. Log in met een naam die jij leuk vind (houd het beschaafd)

Huiswerk check

1. Leg je boek open op tafel.

Huiswerk niet gemaakt= op de gang gaan maken + huiswerk vergeten in Magister.

Wat betekent meervoud ook alweer?

Welke woorden kun je in meervoud zetten?

1. Lidwoorden
2. Verwijswoorden
3. Zelfstandig naamwoorden
4. Bijvoeglijk naamwoorden

Hoe heet het tegenovergestelde van meervoud ook alweer?

Wat is geen manier om een woord in het meervoud te zetten?

1. -en achter het woord zetten.
2. -s achter het woord zetten
3. -ën achter het woord zetten
4. -aan achter het woord zetten

3 manieren om woorden in het meervoud te zetten

Er zijn 3 manieren om een woord in het meervoud te zetten:

1. -en achter het woord zetten > krant  - kranten
2. Een -s achter het woord zetten > vakantie - vakanties 

Let op. Als je het woord dan verkeerd uitspreekt, moet je er 's van maken. > Tosti - tostis - tosti's.

3. - ën achter het woord zetten > Als het woord eindigt op -ee of -ie. > zee - zeeen - zeeën.

Hoe kun je ook alweer achter de betekenis komen van een woord in de tekst dat je niet kent?

Woordbetekenissen vinden

We kunnen de betekenis van woorden in een tekst vinden door:

1. In de tekst te zoeken naar een synoniem of een tegenstelling.
2. De tekst om het woord heen lezen. Soms wordt er uitgelegd wat het woord betekent.
3. Kijk of je een stukje van het woord wel al kent.
4. Het woord op te zoeken in een woordenboek. 
5. Zoek het woord op internet.

Degenen voor wie een tekst bedoeld is, noemen we het ....

Hoe konden we ook alweer zien voor welk publiek een tekst bedoeld is?

Het publiek van een tekst

Je kunt vaak hieraan zien voor welk publiek een tekst bedoeld is aan:

1. Het onderwerp (waar gaat de tekst over?).
   
2. Taalgebruik.
   
3. Lay-out (opmaak).

Nakijkspel

• Opdracht 8 (blz 227.).
• We luisteren naar degene die aan het woord is.
• We lezen mee en verbeteren het antwoord zo nodig.
• Iets zeggen = vinger opsteken.

1. Er staan 10 woorden op het bord. 
2. Ik wijs iemand aan. Die mag zeggen of het woord goed of fout gespeld is.