2.3 Spieren

Nectar H2 Bewegen

Paragraaf 3 - Spieren



1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Nectar H2 Bewegen

Paragraaf 3 - Spieren



Slide 1 - Diapositive

Wat kan je na de les?
  • Je kunt de bouw en de werking van je spieren beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe je spieren samenwerken.
  • Je kunt beschrijven hoe de hartspier werkt.
  • Je kunt beschrijven hoe kring- en lengtespieren samenwerken.
  • Je kunt beschrijven wat willekeurige en onwillekeurige spieren zijn.





Slide 2 - Diapositive

Skeletspieren
Spieren die botten laten bewegen noem je skeletspieren. 

Slide 3 - Diapositive

De bouw van een skeletspier

Slide 4 - Diapositive

Pezen
Spieren zitten met pezen aan de botten vast. 

Pezen zijn taai en sterk en kunnen niet samentrekken.

De achillespees is een zeer grote pees die aan de kuitspier vastzit.

Slide 5 - Diapositive

Spiervezels
Als je skeletspieren onder de microscoop bekijkt, zie je dat deze bestaan uit dwarsgestreepte vezels. Een skeletspier noem je daarom ook wel een dwarsgestreepte spier.

De donkere bolletjes die je ziet, zijn celkernen.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat gebeurt er met een spier die zich aanspant?

Slide 8 - Question ouverte

Aanspannen en ontspannen

Spieren die samentrekken worden dikker en korter.

Spieren die ontspannen worden zachter en langer.

Slide 9 - Diapositive

Antagonisten
Elke spier heeft een tegenovergestelde spier. Zo kan lichaamsdeel
heen-en-weer bewegen.

Antagonist = de tegenovergestelde spier.

Slide 10 - Diapositive

Je linkerarm buigt zich doordat de biceps zich aanspant. Wat doet de antagonist van de biceps?
A
Die zorgt ervoor dat de rechterarm zich buigt.
B
Die zorgt ervoor dat de rechterarm zich strekt.
C
Die zorgt ervoor dat de linkerarm zich strekt.

Slide 11 - Quiz

Spierpijn
Kleine beschadigingen aan het spierweefsel (spiervezels). De spiervezels herstellen zich weer en worden zelfs iets sterker. Je kunt spieren dus trainen.

Slide 12 - Diapositive

Gladde spieren
Niet alle spieren brengen botten in beweging. 
Er zijn ook andere spieren in je lichaam:
  • Om bloedvaten
  • Om je darmen
  • In de huid aan een haartje (kippenvel)

Dit zijn voorbeelden van gladde spieren.

Slide 13 - Diapositive

Glad spierweefsel

Kenmerken:
  • Trekken langzaam samen
  • Onvermoeibaar
  • Je hebt er geen controle over

Slide 14 - Diapositive

Lengtespieren en kringspieren

Als kringspieren in de wand van de darm samentrekken, wordt de darm nauwer.

Slide 15 - Diapositive

onvermoeibaar
Trekt snel samen
Dwarsgestreept spierweefsel
Glad spierweefsel

Slide 16 - Question de remorquage

Wat kan je na de les?
  • Je kunt de bouw en de werking van je spieren beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe je spieren samenwerken.
  • Je kunt beschrijven hoe de hartspier werkt.
  • Je kunt beschrijven hoe kring- en lengtespieren samenwerken.
  • Je kunt beschrijven wat willekeurige en onwillekeurige spieren zijn.





Slide 17 - Diapositive

Ik heb de uitleg goed begrepen.
0100

Slide 18 - Sondage

En wat nu?
Verder werken aan de opdrachten van 2.3 Nectar

Klaar? 
Maak een begrippenlijst van 2.3

Slide 19 - Diapositive