Keukentheorie

Keukentheorie
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Keukentheorie

Slide 1 - Diapositive

Meten en Wegen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Hoeveel deciliter zit er dan in?
A
50 dl
B
500 dl
C
5 dl
D
5000 dl

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeldje

Slide 6 - Diapositive

Bereidingswijze
Een paar vragen over bereidingswijzen

Slide 7 - Diapositive

Vlees of vis gaar maken in een open pan met een klein beetje margarine, boter of olie
A
Bakken in een koekenpan
B
Braden
C
Gratineren
D
Binden met zetmeel houdend bindmiddel

Slide 8 - Quiz

Gerechten gaar maken door ze in een open pan met hete olie of heet vet onder te dompelen
A
Grilleren
B
Frituren
C
Smoren
D
Koken

Slide 9 - Quiz

Vlees gaar maken in een gesloten pan met heet vet
A
Koken
B
Frituren
C
Fruiten
D
Braden

Slide 10 - Quiz

Het zachtjes bakken van bijvoorbeeld een ui in een open pan met margarine
A
Fruiten
B
Koken
C
Gratineren
D
Binden door middel van een roux

Slide 11 - Quiz

Gerechten in een gesloten pan zachtjes gaar maken in “eigen” vocht met een beetje margarine
A
Smoren
B
Frituren
C
Koken
D
Binden met zetmeel houdend bindmiddel

Slide 12 - Quiz

Vloeistof dikker maken door gelijke hoeveelheden margarine en bloem te mengen met vocht.
A
Binden door middel van een roux
B
Grilleren
C
Fruiten
D
Roerbakken

Slide 13 - Quiz

Een goudbruin korstje aanbrengen op een gerecht door een laagje geraspte kaas snel te verhitten in de oven
A
Koken
B
Smoren
C
Gratineren
D
Roerbakken

Slide 14 - Quiz

Groenten of vlees snel beetgaar maken door het gerecht te verhitten en om te scheppen op hoog vuur in een open pan met een beetje olie
A
Roerbakken
B
Koken
C
Bakken in een koekenpan
D
Fruiten

Slide 15 - Quiz

Gerechten gaar maken in kokend water (100°C)
A
Frituren
B
Roerbakken
C
Fruiten
D
Koken

Slide 16 - Quiz

Vloeistof dikker maken door er maïzena, aardappelmeel, bloem of custard aan toe te voegen
A
Frituren
B
Roerbakken
C
Binden met zetmeel houdend bindmiddel
D
Koken

Slide 17 - Quiz

De Afwas

Slide 18 - Diapositive

Wie moet er thuis wel eens afwassen?
Ik wel
Ik niet

Slide 19 - Sondage

Wat heb je nodig voor de afwas
Om af te wassen heb je nodig:
1. vuile afwas (vaat)
2. heet water met een beetje afwasmiddel
3. afdruiprek, om je natte afwas te laten afdruipen
4. een schone theedoek
5. een schone vaatdoek

Slide 20 - Diapositive

Waar gebruik je een vaatdoek voor?
A
om je handen af te drogen
B
om de afwas af te drogen
C
om het fornuis en de aanrecht schoon te maken en droog te maken

Slide 21 - Quiz

Waar gebruik je een handdoek voor
A
Handen afdrogen
B
Vaat af te drogen
C
Keuken schoonmaken

Slide 22 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van afwassen?
1
2
4
3
5
Glaswerk
Kopjes en Schoteltjes
Porselein
Bestek
Pannen

Slide 23 - Question de remorquage