Waarom is de kans groter om stamcellen te vinden in huidweefsel dan in hersenweefsel?
1 / 16
suivant
Slide 1: Question ouverte
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Waarom is de kans groter om stamcellen te vinden in huidweefsel dan in hersenweefsel?
Slide 1 - Question ouverte
2.1 Stamcellen en celdifferentiatie
Stamcellen en transplantatie
Slide 2 - Diapositive
2.1 Organisatieniveaus
Slide 3 - Diapositive
Men onderzoekt het aantal organellen in de cellen van een aantal organen. In welke organen zullen waarschijnlijk de meeste lysosomen per cel aanwezig zijn?
A
Hersenen
B
Speekselklieren
C
Huid
D
Beenspieren
Slide 4 - Quiz
De yoghurtindustrie maakt gebruik van verschillende soorten bacteriën die lactose omzetten in melkzuur. Welke bacteriesoorten uit Binas 79A kunnen dat?
Slide 5 - Question ouverte
Door welk onderdeel passeren vetmoleculen het celmembraan?
A
1
B
3
C
2
D
4
Slide 6 - Quiz
Door welk onderdeel passeren watermoleculen het celmembraan?
A
1
B
3
C
2
D
4
Slide 7 - Quiz
2.3 Diffusie
Slide 8 - Diapositive
2.3 Diffusie
Slide 9 - Diapositive
2.3 Osmose
Slide 10 - Diapositive
2.3 Osmose
Slide 11 - Diapositive
De lengte van frietjes wordt bepaald voordat ze 24 uur in een glucose oplossing worden gelegd. Daarna worden ze weer gemeten. De resultaten staan in de grafiek hiernaast. Welk(e) oplossing(en) hadden een hogere osmotische waarde dan de frietjes voor de 24 uur?
A
Alleen P
B
Alleen R
C
Q en R
D
P en Q
Slide 12 - Quiz
2.3 Osmose
Slide 13 - Diapositive
Men legt enkele cellen uit een normale aardappel in gedestilleerd water. Wat gebeurt er met de osmotische waarde van de cellen? En met de turgor?