Les 2: Tekstverbanden (chronologisch/opsommend/tegenstellend)
Telefoons in de telefoontas.
Pak je boeken voor.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Telefoons in de telefoontas.
Pak je boeken voor.
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
- Huishoudelijke mededelingen
- Huiswerk nakijken
- Herhaling theorie
- Zelfstandig werken
- Huiswerk
- Afsluiting
Slide 2 - Diapositive
Huishoudelijke mededelingen
Huiswerk
De antwoorden van H1 lezen staan in Teams.
Schriften controleren.
Huiswerk niet gemaakt? Aantekening Somtoday
Materiaal niet bij je? Aantekening Somtoday
Slide 3 - Diapositive
Huiswerk nakijken
Startopdracht en opdracht 1 (blz. 42)
Tijd: 5 minuten
Slide 4 - Diapositive
Lesdoelen
Je kunt een chronologisch verband herkennen in een tekst.
Je kunt een opsommend verband herkennen in een tekst.
Je kunt een tegenstellend verband herkennen in een tekst.
Slide 5 - Diapositive
Chronologisch verband
Beschrijft gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde.
Signaalwoorden
Vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, binnenkort, intussen, dadelijk, ook jaartallen en data
Slide 6 - Diapositive
Opsommend verband
Dingen/zaken worden achter elkaar opgenoemd.
Signaalwoorden
Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), bovendien, verder, ten slotte, en, niet alleen... (maar) ook, Getallen (1,2,3, enz.), 'dots' (zoals de dikgedrukte dot linksboven in de dia)
Slide 7 - Diapositive
Tegenstellend verband
Er worden tegenovergestelde zaken genoemd.
Signaalwoorden
Maar, tegenover, daarentegen, toch, echter, hoewel, ofschoon, ondanks dat, aan de ene kant... aan de andere kant
Slide 8 - Diapositive
Aan de slag
Wat: Opdracht 2 (blz. 43 en 44)
Hoe: Zelfstandig
Hulp: Steek je hand op óf kom vooraan bij het bureau zitten
Tijd: Tot het einde van de les
Klaar? Maak opdracht 4
Slide 9 - Diapositive
Lesdoelen
Je kunt een chronologisch verband herkennen in een tekst.
Je kunt een opsommend verband herkennen in een tekst.
Je kunt een tegenstellend verband herkennen in een tekst.