MHW - H 1 - Paragraaf 4

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive


Wat mag wel:
- Vragen mag je altijd stellen, zolang je je hand opsteekt.
- RUSTIG! overleggen tijdens zelf oefenen

- Muziek luisteren, met oortjes, tijdens zelf oefenen.




- Drinken tijdens theorie les (Geen frisdrank).

Wat mag niet:
- Praten tijdens de uitleg.

- Luid overleggen tijdens zelf oefenen.

- Telefoons volgens schoolregels.
- Oortjes dragen tijdens de rest van de les.

- De stopcontacten uit het plafond trekken. Dit doet de leraar.

- Drinken tijdens een practicum.
- Eten.


Regels tijdens Natuurkunde

Slide 2 - Diapositive

Lessen Natuurkunde
Zorg dat je voor natuurkunde altijd meeneemt:

- Aantekeningen schrift
- Pen
- Potlood (2 kleuren)
- Geodriehoek
- Rekenmachine
- Ipad / Laptop
- Je Boek





Slide 3 - Diapositive

Dus nu eerst!

Wat weet je nog?

Slide 4 - Diapositive

knip.ldgo.nl
Klascode: mnd52
Invullen voor Hoofdstuk 1
Paragraaf 1, 2, 3

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

- Biologie en Natuurkunde heet Biofysica.
- Natuurkunde en Scheikunde heet Fysische Chemie.
- Biologie en Scheikunde heet Biochemie.

Slide 7 - Diapositive

i


Vgem = Gemiddelde snelheid (m/s)

s = afstand (m)

t = tijd (s)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Paragraaf 4: Meten is Weten

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo


Grootheid:
Wat meet je?

Eenheid:
Hoeveel meet je?

Meetinstrument:
Waarmee meet je?

Slide 12 - Diapositive


Grootheid:
Wat meet je?

Eenheid:
Hoeveel meet je?

Meetinstrument:
Waarmee meet je?

Slide 13 - Diapositive

Wetenschapper proberen altijd manieren te bedenken waarop dingen sneller en makkelijker kunnen.

Om niet altijd alles op te hoeven schrijven en te vertalen gebruiken we internationale symbolen

Slide 14 - Diapositive

LET OP:
Het verschil tussen 
hoofdletters & kleine letters
 is zéér belangrijk.

Bijvoorbeeld:
T = Temperatuur
t = tijd

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Voorvoegsels
worden gebruikt om eenheden beter leesbaar te maken.



Slide 18 - Diapositive

Voorvoegsels
worden gebruikt om eenheden beter leesbaar te maken.

Bijvoorbeeld:
Een olifant weegt 5000000 gram (g)

Slide 19 - Diapositive

Voorvoegsels
worden gebruikt om eenheden beter leesbaar te maken.

Bijvoorbeeld:
Een olifant weegt 5000000 gram (g)
Een olifant weegt 5000 kilogram (kg)

Slide 20 - Diapositive

Voorvoegsels
worden gebruikt om eenheden beter leesbaar te maken.

Bijvoorbeeld:
Een olifant weegt 5000000 gram (g)
Een olifant weegt 5000 kilogram (kg)
Een olifant weegt 5 megagram (Mg)

Slide 21 - Diapositive

Voorvoegsels
worden gebruikt om eenheden beter leesbaar te maken.

Bijvoorbeeld:
Een olifant weegt 5000000 gram (g)
Een olifant weegt 5000 kilogram (kg)
Een olifant weegt 5 megagram (Mg)

Slide 22 - Diapositive

Voorvoegsels
worden gebruikt om eenheden beter leesbaar te maken.

Bij afstand is het soms handig om 
Kilometer te gebruiken

Slide 23 - Diapositive

Voorvoegsels
worden gebruikt om eenheden beter leesbaar te maken.

En soms is het handiger om 
milimeter te gebruiken

Slide 24 - Diapositive

Voorvoegsels
staan altijd voor de eenheid.

Bijvoorbeeld:
Als er staat "mm", dan is dit...


Slide 25 - Diapositive

Voorvoegsels
staan altijd voor de eenheid.

Bijvoorbeeld:
Als er staat "mm", dan is dit...
milimeter

Slide 26 - Diapositive

Voorvoegsels
staan altijd voor de eenheid.

Bijvoorbeeld:
Als er staat "mm", dan is dit...
milimeter
Als er staat "m", dan is dit...

Slide 27 - Diapositive

Voorvoegsels
staan altijd voor de eenheid.

Bijvoorbeeld:
Als er staat "mm", dan is dit...
milimeter
Als er staat "m", dan is dit...
meter (niet mili)

Slide 28 - Diapositive

Voorvoegsels
staan altijd voor de eenheid.

Bijvoorbeeld:
Als er staat "K", dan is dit...


Slide 29 - Diapositive

Voorvoegsels
staan altijd voor de eenheid.

Bijvoorbeeld:
Als er staat "K", dan is dit...
Kelvin

Slide 30 - Diapositive

Voorvoegsels
staan altijd voor de eenheid.

Bijvoorbeeld:
Als er staat "K", dan is dit...
Kelvin
Als er staat "KK", dan is dit...

Slide 31 - Diapositive

Voorvoegsels
staan altijd voor de eenheid.

Bijvoorbeeld:
Als er staat "K", dan is dit...
Kelvin
Als er staat "KK", dan is dit...
KiloKelvin

Slide 32 - Diapositive

Stappen van 1000
 Elke keer als je op de trap een stap zet, maak je een stap van 1000x

Een stap naar links/boven is 1000x zo groot.

Een stap naar rechts/onder is 1000x zo klein.

Slide 33 - Diapositive

komma naar links of rechts?
 Elke keer als je op de trap een stap zet, maak je een stap van 1000x

Bij een stap naar links/boven gaat de komma 3 plaatsen naar links

Bij elke stap naar rechts/beneden gaat de komma 3 plaatsen naar rechts

Slide 34 - Diapositive

Voorbeeld


 Als we de trap vullen met het getal
8 meter

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive