21-6-21 1D1 can/could

Welcome 1D1
Thank you for having
your books on your desk!
(Tekstboek, werkboek B, schrift)
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welcome 1D1
Thank you for having
your books on your desk!
(Tekstboek, werkboek B, schrift)

Slide 1 - Diapositive

Today's lesson
Aan het eind van deze les kan jij in het Engels:

Zeggen dat iemand iets (niet) kan.
Vragen of iemand iets zou kunnen.
Zeggen dat iemand iets moet doen. 
De weg vinden op een kaart aan de hand van instructies.

Slide 2 - Diapositive

homework
This week:  Prepare for the pww - study chapters 5 and 6 (Vocab, Stones and grammar)



Slide 3 - Diapositive

In het Engels zeggen dat je iets (niet) kan 
(can / cannot)
Je gebruikt het woordje can om aan te geven dat je iets kan
eg He can tell you how to get there.
They can show you where it is. 

Als je wilt zeggen dat iemand iets niet kan, gebruik je cannot / can't)
eg I cannot swim / I can't swim

Slide 4 - Diapositive

In het Engels aangeven dat iets zou kunnen (could): 
Om te zeggen dat iemand iets zou kunnen, gebruik je could
eg You could go to the tourist office to get some leaflets
I could show you where the train station is

Slide 5 - Diapositive

Vragen stellen met can en could
Als je wilt vragen of iemand iets kan, zet je can vooraan in de zin
Can you tell me the way to the bus station?
Can I help you?

Het is beleefder om could te gebruiken:
Could you say that again, please?

Slide 6 - Diapositive

Zeggen dat iemand iets moet doen
Als je iemand wilt vertellen dat hij / zij iets moet doen, begin dan de zin met het hele werkwoord (zonder "to").
eg  Open your books!
Watch out!
Turn left at the traffic lights

Slide 7 - Diapositive

Use the theme words p 88 TB and grammar 16 p91 TB
to write the following sentences:
1- Ik kan naar het postkantoor fietsen
2- Ik kan geen bus rijden (drive)
3- Mijn moeder zou mij naar het kathedraal kunnen brengen
4- Je vraagt of iemand je de weg kan vertellen naar het kasteel
5- Je vraagt de weg naar de dichts bijzijnde jeugdherberg (beleefd) 
6- Ik zou naar het warenhuis kunnen gaan

Slide 8 - Diapositive

answers:
1- I can cycle to the post office
2- I cannot / can't drive a (double decker) bus
3- My mum could bring me to the cathedral
4- Can you tell me the way to the castle?
5- Could you tell me the the way to the nearest youth hostel please?
6 - I could go the the department store

Slide 9 - Diapositive

Practise time!
You can work together with your neighbour 
Use a whisper voice! 
You will get 10 minutes for these exercises

Do ex 12+13 p 35 WB
Finished? Study Stone 15 (this is for the next exercise!)

Slide 10 - Diapositive

Giving directions - practise time
Voor deze oefening heb je het volgende nodig:

-Stone 15 p 90 TB

-Kaart van London p 34 WB


Slide 11 - Diapositive

Giving directions
Werk in tweetallen.
Iedereen begint bij Piccadilly Circus.

Persoon A bedenkt een plek waar persoon B heen moet (maar verklapt dit niet!) , hij / zij verteld de weg aan persoon B (in English of course!). Deze gebruikt de kaart en zegt dan waar hij/ zij is uit gekomen.
Dit is de nieuwe startplek. Ruil nu de rollen om.
Blijf rollen omruilen! Probeer zoveel mogelijk plekken samen te bezoeken!

Slide 12 - Diapositive

Les evaluatie
JIj kan nu in het Engels zeggen dat jij iets kan.
Jij kan nu in het Engels zeggen dat je iets zou kunnen.
Jij kan nu in het Engels vragen of iemand iets kan / zou kunnen.
JIj kan nu in het Engels zeggen dat iemand iets moet doen.
JIj kan iemand de weg wijzen (in het Engels).
JIj kan de weg vinden op een kaart aan de hand van instructies.

Slide 13 - Diapositive