bs 5 transport bij cellen

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

leerdoelen

herhalen verschillen dierlijke en plantaardige cellen,

bouw celmembraan,

diffusie/osmose,

transport door celmembraan,

Binas tabel

4 rijken

celwand,   bladgroenkorrels, autotroof/heterotroof

Celmembraan  (Binas 69G en 79D)

koolhydraat ketens:   receptoren, afweer
transport eiwitten

Functie?

transport door de celmembraan

Passief transport  - kost geen energie  
1: diffusie  (CO2, O2 bij een concentratieverschil gewoon door membraan)

2:  Gefaciliteerd transport

= diffusie door speciale eiwitpoorten

 (glucose, water)

Actief transport  - kost energie want gaat tegen de concentratie gradiënt in

(ionen zoals Na+ / K+  en grote moleculen via transportenzymen)

(gefaciliteerd)

Diffusie

OSMOSE
= verplaatsing van water door een semipermeabel membraan

glucose

semipermeabel membraan

osmotische waarde van een vloeistof

wordt bepaald door de hoeveelheid opgeloste deeltjes
= 0   bij zuivere waarde

Let op!
oplosbare zouten splitsen in 2 of meer ionen !
1 mol glucose                              1 mol NaCl

Vloeistoffen met elkaar vergelijken

isotoon = dezelfde osmotische waarde
hypertoon = een hogere osmotische waarde
hypotoon = een lagere osmotische waarde

osmose en biologie

isotoon

osmose dierlijke cel

osmose in een plantencel