Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
4.1.3 persoonsvorm en voegwoord
Persoonsvorm
Is altijd een werkwoord.
Geeft aan wat iets of iemand doet.
Kun je vinden door een vraagzin te maken.
Ik liep naar de auto.
Liep
ik naar de auto?
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Taal / spelling
Basisschool
Groep 5,6
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Persoonsvorm
Is altijd een werkwoord.
Geeft aan wat iets of iemand doet.
Kun je vinden door een vraagzin te maken.
Ik liep naar de auto.
Liep
ik naar de auto?
Slide 1 - Diapositive
Persoonsvorm of niet?
Het KORAAL wordt bedreigd.
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quiz
Persoonsvorm of niet?
De walvis IS een zoogdier.
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quiz
Persoonsvorm of niet?
Het veulen DRINKT bij zijn moeder.
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quiz
Persoonsvorm of niet?
De aapjes zitten op ZIJN rug.
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Persoonsvorm of niet?
De directeur OPENT de deuren.
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quiz
Persoonsvorm of niet?
De BEZOEKERS kijken hun ogen uit.
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Persoonsvorm of niet?
De reptielen zitten ACHTER een glas.
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quiz
Voegwoord
Maakt twee zinnen aan elkaar vast.
Hij voegt ze als cement samen.
Ik ga naar huis.
Ik ben ziek.
Ik ga naar huis,
want
ik ben ziek.
Slide 9 - Diapositive
Voorbeelden voegwoorden
en, maar, of, dan, dus, want, dat, voordat, nadat, tot,
terwijl, als, toen, omdat, doordat, zodat
Slide 10 - Diapositive
Komma
Voor het voegwoord, staat altijd een komma. Behalve bij de voegwoorden
en
/
of
Ik wil naar huis
, maar
ik moet op school blijven.
Marja doet de deur open
en
laat iedereen binnen.
Slide 11 - Diapositive
Wat is het voegwoord?
Mama bakt een taart, terwijl papa tv kijkt.
Slide 12 - Question ouverte
Wat is het voegwoord?
Oma begint te zingen, als iedereen er is.
Slide 13 - Question ouverte
Wat is het voegwoord?
Mama haalt taart, hoewel die best duur is.
Slide 14 - Question ouverte
Wat is het voegwoord?
Oma zwaait met haar handen, maar dan gaat het fout.
Slide 15 - Question ouverte
Wat is het voegwoord?
De taart valt, wanneer oma tegen haar aanbotst.
Slide 16 - Question ouverte
Maar Marja vindt het niet erg, omdat het feest is.
Slide 17 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Persoonsvorm, voegwoord, komma
December 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Taal / spelling
Basisschool
Groep 5,6
Groep 4 | taal | voegwoorden
August 2024
- Leçon avec
24 diapositives
par
NTC DEF@ctO nl L.P
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 4
NTC DEF@ctO nl E.E
B&F, Spelling, blok 5 week 3 les 3
January 2021
- Leçon avec
33 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 6
Hoofdzin en voegwoorden
November 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
woordvolgorde in samengestelde zinnen
June 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Vraagwoord en aanwijzend voornaamwoord maart 2024
August 2023
- Leçon avec
45 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
Hoofdzin en voegwoorden
April 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Hoofdzinnen en voegwoorden
December 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1