Irregular Verbs & Vocabulary Unit 2
1 / 22
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
zien
(verleden tijd)
(verleden tijd)
Slide 2 - Question ouverte
maken
(voltooid deelwoord)
(voltooid deelwoord)
Slide 3 - Question ouverte
beginnen
(verleden tijd)
(verleden tijd)
Slide 4 - Question ouverte
barsten
(voltooid deelwoord)
(voltooid deelwoord)
Slide 5 - Question ouverte
schrijven
(voltooid deelwoord)
(voltooid deelwoord)
Slide 6 - Question ouverte
begrijpen
(verleden tijd)
(verleden tijd)
Slide 7 - Question ouverte
vergeten
(voltooid deelwoord)
(voltooid deelwoord)
Slide 8 - Question ouverte
vinden
(verleden tijd)
(verleden tijd)
Slide 9 - Question ouverte
slapen
(voltooid deelwoord)
(voltooid deelwoord)
Slide 10 - Question ouverte
weten
(verleden tijd)
(verleden tijd)
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Did you know you can make a chair out of (kartonnen)?
Slide 13 - Question ouverte
You should order the book now. Then you'll (voordeel hebben) from the discount.
Slide 14 - Question ouverte
It takes the artist weeks to make such an (ingewikkelde) drawing.
Slide 15 - Question ouverte
My computer is (werkt niet) again.
Slide 16 - Question ouverte
New plans were a (onderwerp) at yesterday's meeting.
Slide 17 - Question ouverte
Just to (geruststellen) you, I'll take a look at the heater.
Slide 18 - Question ouverte
Actually, I'm quite (gewend aan) working Saturdays
Slide 19 - Question ouverte
The great white shark is (berucht) for its attacks on humans
Slide 20 - Question ouverte
He has a limited (kennis) of French.
Slide 21 - Question ouverte
Drinking too much alcohol can cause severe (schade) to your health.
