8.3 Rond je cellen 11-11-2022

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Terugkijken
  2. Uitleg
  3. Video
  4. Pauze
  5. Aan het werk!
  6. Samenvatten 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Terugkijken
  2. Uitleg
  3. Video
  4. Pauze
  5. Aan het werk!
  6. Samenvatten 

Slide 1 - Diapositive

Ader
Slagader
Haarvat

Slide 2 - Question de remorquage

Slagader
Ader

Slide 3 - Question de remorquage

Slagaders
Aders
Haartvaten
Vervoert bloed van het hart naar de organen.
Vervoert bloed van de organen naar het hart.
Vormt een netwerk in en om organen en weefsels
Hele dunne wanden.
Stevige elastische wand
slappe wand, lage bloeddruk.

Slide 4 - Question de remorquage

Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop

Slide 5 - Question de remorquage

Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linker
kamer

Slide 6 - Question de remorquage

Stap 1 (boezems trekken samen)
Stap 3 (hartpauze)
Stap 2 (kamers trekken samen)

Slide 7 - Question de remorquage

Hoe komen stoffen bij je cellen?
Probleem: niet alle cellen liggen aan een bloedvat.
Hoe krijgen ze toch alle stoffen die ze nodig hebben?

Slide 8 - Diapositive

Hoe komen stoffen bij je cellen?
Probleem: niet alle cellen liggen aan een haarvat.
Hoe krijgen ze toch alle stoffen die ze nodig hebben?

1. Bloedplasma wordt weefselvloeistof
- Glucose en zuurstof komt in het bloedplasma
- Het bloedplasma lekt door de openingen in de wand van het 
haarvat  en komt tussen de cellen. Nu noemen we het bloed-
plasma weefselvloeistof.

Slide 9 - Diapositive

Hoe komen stoffen bij je cellen?
Probleem: niet alle cellen liggen aan een haarvat.
Hoe krijgen ze toch alle stoffen die ze nodig hebben?

1. Bloedplasma wordt weefselvloeistof
2. Opname van stoffen uit weefselvloeistof
- Weefselvloeistof stroomt tussen de cellen door.
- De cellen nemen glucose en zuurstof op uit het weefsel-
vloeistof

Slide 10 - Diapositive

Hoe komen stoffen bij je cellen?
Probleem: niet alle cellen liggen aan een haarvat.
Hoe krijgen ze toch alle stoffen die ze nodig hebben?

1. Bloedplasma wordt weefselvloeistof
2. Opname van stoffen uit weefselvloeisto

Bij afvalstoffen gebeurt het omgekeerde

Slide 11 - Diapositive

Hoe komen stoffen bij je cellen?

Slide 12 - Diapositive

Hoe komen stoffen bij je cellen?
Probleem: als er steeds weefselvloeistof uit je haarvaten lekt, zou je bloed steeds minder vloeibaar worden. 
Hoe komt het weefselvloeistof terug in je bloed?

Slide 13 - Diapositive

Hoe komen stoffen bij je cellen?
Probleem: als er steeds weefselvloeistof uit je haarvaten lekt, zou je bloed steeds minder vloeibaar worden. 
Hoe komt het weefselvloeistof terug in je bloed?

1. Via de haarvaten
- De helft van het weefselvloeistof komt gewoon terug via de 
haarvaten

Slide 14 - Diapositive

Hoe komen stoffen bij je cellen?
Probleem: als er steeds weefselvloeistof uit je haarvaten lekt, zou je bloed steeds minder vloeibaar worden. 
Hoe komt het weefselvloeistof terug in je bloed?

1. Via de haarvaten
2. Via de lymfevaten
Lymfevaten zijn kleine kanalen in de weefsel met gaatjes in 
de wand. Weefselvloeistof kan in deze kanaaltjes stromen. 
Dan noemen we het lymfe.

Slide 15 - Diapositive

3 soorten vloeistof

Slide 16 - Diapositive

Lymfevatenstelsel

Slide 17 - Diapositive

3 soorten vloeistof

Slide 18 - Diapositive

Wat doet je lymfevatenstelsel?
Lymfevaten kun je vergelijken met bloedvaten

Slide 19 - Diapositive

Wat doet je lymfevatenstelsel?
Lymfevaten vervoeren het lymfe naar lymfeklieren, of lymfeknopen.

Slide 20 - Diapositive

Wat doet je lymfevatenstelsel?
Lymfevaten vervoeren het lymfe naar lymfeklieren, of lymfeknopen.

Daar wordt de lymfe gecontroleerd op
ziekteverwekkers door witte bloedcellen.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Maak opdracht 1 t/m 20 van 8.3
Klaar? Kies uit:
- Opdrachten nakijken
- Werken aan je samenvatting

Slide 23 - Diapositive

Samenvatten
Vat de uitleg in een paar zinnen samen, in je schrift.

Snap je alles? 
Wat vind je nog lastig? 
Wat moet je nog extra oefenen?

Slide 24 - Diapositive