proeftoets warenkennis

PROEFTOETS WARENKENNIS
Hoofdstuk 7-12
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
VoedingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

PROEFTOETS WARENKENNIS
Hoofdstuk 7-12

Slide 1 - Diapositive

Waar zorgen de volgende methodes voor?
pasteuriseren, steriliseren, UHT-sterilisatie
timer
0:30

Slide 2 - Question ouverte

Waarom kun je slagroom opkloppen en koksroom niet?
timer
0:30

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

1. Van wei wordt uiteindelijk kaas gemaakt.
2. De wrongel is het restproduct.
A
1 is onjuist en 2 is juist
B
1 en 2 zijn beide onjuist
C
1 is juist en 2 is onjuist
D
1 en 2 zijn beide juist

Slide 5 - Quiz

Welke 2 vloeistoffen worden er toegevoegd aan de melk?
A
pekel en komijn
B
wrongel en wei
C
Stremsel en zuursel
D
Alleen stremsel

Slide 6 - Quiz

Waarom wordt er zuursel toegevoegd aan de melk?
A
Om de melk te laten samenklonteren
B
Voor de gaten en de smaak
C
voor de houdbaarheid
D
voor een beter rijping

Slide 7 - Quiz

Welke 7 hoofdgroepen kaas zijn er?
timer
1:30

Slide 8 - Question ouverte

timer
1:00
Hoe heet het proces waarbij het vetpercentage in de melk wordt bepaald?

Slide 9 - Carte mentale

Zoek op in je boek! Noem de twee soorten stremsel
timer
1:30

Slide 10 - Question ouverte

timer
0:30
Waarom moet kaas in een pekelbad?

Slide 11 - Carte mentale

Slide 12 - Vidéo

Wat is de goede volgorde van kaas maken?
A
zuursel-stremmen- wrongel en wei-in de vorm-pekelen- drogen
B
stremmen-zuursel- wrongel en wei- drogen-in de vorm-pekelen
C
melk-zuursel- wrongel en wei-pekelen- in de vorm-drogen
D
melk-wrongel en wei-stremmen- zuursel-in de vorm- pekelen-drogen

Slide 13 - Quiz

Wat doen melkzuurbacteriën?
A
Melksuiker omzetten in eiwitten
B
Melksuiker omzetten in eiwitten
C
Melksuiker omzetten in melkzuur
D
Melksuiker omzetten in koolhydraten

Slide 14 - Quiz

Hoe reageert het lichaam bij een allergie?
A
Reageert door chemische stoffen in de bloedbaan los te laten
B
Gaat een aminozuur aanmaken
C
enzym tekort aanvullen
D
Door antistoffen aan te maken

Slide 15 - Quiz

Welke 4 soorten kippeneieren
kennen we?
timer
1:30

Slide 16 - Question ouverte

Welke stelling is goed?
A
code '0'= biologisch
B
code '2'= scharrel
C
code '1'= vrije uitloop
D
code '3'= kooi

Slide 17 - Quiz

timer
0:45
Noem de gewichtsklassen
voor eieren
>53 <53 >73 <73

Slide 18 - Carte mentale

Van de salmonella bacterie kun je .......................... krijgen?
A
Ziekte van Lyme
B
Darmslijmvlies-ontsteking(diarree)
C
Daar kunnen wij gewoon tegen
D
Buikgriepvirus (norovirus)

Slide 19 - Quiz

Wat verstaan we onder deegwaren?
A
Gegist deeg van bloem, melk en eieren
B
Deeg voor witbrood
C
Deeg van bloem en water
D
Ongegist en bestaat uit bloem, water of ei

Slide 20 - Quiz

timer
0:45
Noem 3 vormen van pasta

Slide 21 - Carte mentale

1. Verse pasta neemt meer saus op en gedroogde pasta is langer houdbaar.
2. Verse pasta is korter houdbaar en gedroogde pasta neemt meer vocht op.
A
1 is juist
B
2 is juist

Slide 22 - Quiz

Waarmee wordt deze pasta gekleurd?
timer
0:45

Slide 23 - Question ouverte

Waarmee worden deze pasta's gekleurd?
timer
2:30

Slide 24 - Question ouverte

Wat betekent de term integrali?
A
Voorgekookte pasta
B
Wokkel vormige pasta
C
Volkorenpasta
D
pasta van harde tarwe

Slide 25 - Quiz

Wat hebben paddenstoelen qua klimaatnodig om te kunnen groeien?
timer
2:00

Slide 26 - Question ouverte

Wat zijn wilde paddenstoelen?
A
Beukenzwam, Enoki
B
Oesterzwam, Portabella
C
Truffel, Morielje
D
Shii take, Pioppino

Slide 27 - Quiz

Hoe planten paddenstoelen zich voort?
timer
2:30

Slide 28 - Question ouverte

Wat zie je op deze foto?
timer
1:00

Slide 29 - Question ouverte

Welk tweede verschil is er tussen specerijen en kruiden?
timer
3:00

Slide 30 - Question ouverte

Wat zijn kruiden?
timer
3:00

Slide 31 - Question ouverte

Hoe heet deze kruidenplant?
timer
1:00

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Diapositive