mineralen kunnen positieve of negatieve lading hebben: ionen of elektrolyten.
M.n. natrium, chloor en kalium zijn in grote hoeveelheden aanwezig en daarom belangrijke elektrolyten;
taak elektrolyten: handhaven vochtbalans.
Slide 4 - Diapositive
Vochtbalans
lichaam bestaan voor 60% uit water;
dagelijkse uitscheiding van vocht via zweet, adem, urine en feces;
vochtgehalte moet worden aangevuld met voeding, vochtbehoefte van een volwassene is 40 ml per kg lichaamsgewicht = ca. 1,5 liter per dag;
normale omstandigheden: uitscheiding en opname van water is gelijk, de vochtbalans is in evenwicht.
extra vochtbehoefte bij: inspanning, hogere omgevingstemperatuur, ziekte en koorts, ouderdom, abnormale verliezen (wond, braken, diarree)
Slide 5 - Diapositive
Elektrolyten en vochtbalans
lichaamsvocht zit binnen en buiten de cellen;
in het lichaamsvocht bevinden zich elektrolyten;
lichaamsvocht is voortdurend in beweging: voeden cellen, transport van stoffen;
water/vocht verplaatsing kan door aantrekken/afstoten van de elektrolyten (positief of negatief geladen): water verplaatst zich naar de plek waar de meeste elektrolyten zich bevinden = osmose.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Verstoringen
Verstoring in elektrolytenbalans leidt altijd tot verstoorde vochthuishouding. Oorzaken:
onvoldoende vochtopname;
abnormaal vochtverlies (en dus elektrolytenverlies);
te hoge natriumopname;
te hoge vochtopname.
Slide 8 - Diapositive
Geleidelijk vochttekort
= primaire rehydratie: ontstaat geleidelijk door minder drinken
onvoldoende vochtopname leidt tot vochttekort;
tijdelijk minder vochtuitscheiding als compensatie;
langdurig tekort: niet elastische huid, losse huid, diepliggende ogen;
te herkennen aan donkere, sterk geurende urine;
komt vaker voor bij ouderen: minder dorst, drinken niet voor de nacht.
Slide 9 - Diapositive
Abnormaal vochtverlies
abnormaal vochtverlies en elektrolytenverlies gaan gepaard;
acuut = secundaire dehydratatie
oorzaken: braken, diarree, overmatig transpireren (koorts, sport, bloedingen en brandwonden);
je verliest grote hoeveelheden vocht en natrium, iets minder kalium, leidt tot verlaging bloeddruk, verhoogde polsslag, sufheid en verwarring;
bestrijden met water met elektrolyten, alleen water werkt niet want wordt meteen weer door nieren uitgescheiden;
bij (dreigende) secundaire dehydratie is advies: drinken met glucose en natrium: thee met suiker, druivensuiker, limonade, bouillon, isotone sportdrank of ORS (oral rehydration salts).
Slide 10 - Diapositive
Te hoge inname van natrium
Het gebruik van veel keukenzout (natriumchloride) in de voeding leidt tot verhoogde natriumconcentratie in lichaam:
normale situatie: nieren scheiden teveel uit;
verstoorde werking door te hoge inname: lichaam houdt vocht vast: gevolgen zijn te hoge bloeddruk en oedeem.
Slide 11 - Diapositive
Te hoge vochtopname
te hoge inname van water leidt tot vergiftigingsverschijnselen: waterintoxicatie;
komt bij normaal voedingspatroon niet voor: nieren scheiden vocht uit;
wel bij verstoorde nierfunctie, maar ook bij drugsgebruikers, eetstoornissen, intensieve sporten.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Wat is de functie van mineralen?
A
regulerende functie in enzymen en hormonen, bouwstof van cellen en weefsels
B
regulerende functie in enzymen en hormonen, brandstof voor cellen en weefsels
C
regulerende functie als lipoproteïne, bouwstof van cellen en weefsels
D
regulerende functie in enzymen en hormonen, bouwstof van vitamines
Slide 14 - Quiz
Wat zijn kenmerken van primaire rehydratie?
A
verwardheid en holle ogen
B
droge tong en verwardheid
C
hoofdpijn en droge tong
D
hoofdpijn en versnelde polsslag
Slide 15 - Quiz
Calcium
zorgt voor stevig skelet en gebit;
calciumtekort kan leiden tot botafwijkingen (rachitis, osteoporose);
verhoogde calciumbehoefte in perioden van groei, zwangerschap en lactatie, herstel na fracturen.
in voeding door melk en melkproducten (vooral kaas), vervangers bevatten veel minder calcium;
ADI is lastig vast te stellen, verschilt per land.
Slide 16 - Diapositive
Natrium en Chloor
Natrium komt vaak voor als verbinding met chloor = NaCl = keukenzout
in combinatie nodig voor osmotisch evenwicht, zuur/base-evenwicht;
natrium samen met kalium voor geleiding zenuwprikkels;
samen met chloride nodig voor vorming zoutzuur (HCl) in de maag;
tekort: verstoring osmotisch evenwicht (bijv door zweten) zorgt voor opzwelling rode bloedlichaampjes, uitdroging;
komt in alle voedingsmiddelen voor, ook van nature.
max 6 gr zout per dag, keukenzout toevoegen is niet nodig. 80% van de Nederlanders eet te zout: verhoogd risico op hart/vaatziekten, hoge bloeddruk, nieraandoeningen en botontkalking.
Slide 17 - Diapositive
Magnesium
nodig voor opbouw bot- en spierweefsel, prikkeloverdracht in spieren en zenuwbanen, goed functioneren van spieren, goede werking van veel enzymen;
komt voor in veel voedingsmiddelen: graanproducten, groente, noten, melkproducten en vlees;
tekort: alleen bij verstoorde werking nieren en darmen: krampen en hartritmestoornissen.
Slide 18 - Diapositive
Kalium
belangrijk voor glucoseafbraak in spieren, osmotisch evenwicht, geleiding zenuwprikkels, zuurgraad weefselvocht en bloedvochtbalans;
teveel en tekort leidt tot verstoring hart- en spierfuncties;
kaliumbehoefte hangt af van spierarbeid;
komt veel voor in aardappelen, brood, groente, melk;
kalium gaat door koken verloren;
tekort kan ontstaan bij plaspillen of langdurig braken en diarree.
Slide 19 - Diapositive
Welk mineraal is belangrijk voor de glucoseafbraak?
A
calcium
B
magnesium
C
chloor
D
kalium
Slide 20 - Quiz
Hoe kan een veganist voldoende calcium binnen krijgen?
Slide 21 - Question ouverte
Bij welk mineraal kan een tekort leiden tot spierkrampen en hartritmestoornissen?
A
calcium
B
kalium
C
magnesium
D
natrium
Slide 22 - Quiz
Jodium
bestanddeel schildklierhormoon, jodium wordt opgeslagen in schildklier;
jodiumtekort: schildklier wordt groter om alle jodium uit bloed te halen = vergrote schildklier = krop;
groot tekort: traagheid, koud, obstipatie, overgewicht, slaperigheid. Op jonge leeftijd ook achterstand in ontwikkeling;
om krop tegen te gaan wordt vanaf de 20e eeuw jodium toegevoegd aan bakkerszout.
ADH 150 mcg per dag (4 sneden brood + 4 porties melk(producten) = 120 mcg);
jodiumtekorten kunnen voorkomen bij mensen die geen/weinig brood eten, zoutarm brood of biologisch brood bereid met zeezout;
teveel leidt tot intoxicatie en te snel werkende schilklier: hartkloppingen, onrust, zweten, beven, gewichtsverlies.
Slide 23 - Diapositive
IJzer
belangrijke functie bij transport, afgifte en opslag van zuurstof;
ijzer is onderdeel van hemoglobine in de rode bloedellen, hemoglobine vervoert zuurstof door lichaam;
symptomen ijzertekort: moe, hoofdpijn, duizeligheid en bloedarmoede;
ijzerrijke voedingsmiddelen: grove graanproducten, peulvruchten, groente, appelstroop, rund- en lamsvlees, ei, noten, gedroogde vruchten;
abnormaal ijzerverlies kan ook ontstaan door overmatig menstrueren;
risicogroepen: vrouwen in vruchtbare leeftijd, mensen met chronische maag/ darmontstekingen en kanker, alcoholisten, mensen met kauwproblemen: ijzerpreparaat.
Slide 24 - Diapositive
Aanbevelingen ijzeropname
gebruik volkorenproducten;
kies als vleesvervanger ook voor peulvruchten, ei en noten en niet alleen voor kaas;
gebruik ijzerrijke tussendoortjes als gedroogde vijgen, abrikozen of noten;
gebruik bij iedere maaltijd vitamine-C rijke producten: groente en fruit, stimuleert ijzeropname;
drink geen koffie en thee bij of vlak na de maaltijd, remt ijzeropname.
Slide 25 - Diapositive
Zink
rol bij stofwisselingsprocessen, vooral eiwitsynthese en bouw DNA;
zinktekort heeft meteen invloed op immuunsysteem en weefsels met veel eiwit: huid, maag-darmkanaal;
verminderde afweer tegen infecties, slechte wondgenezing (incubitus), huidschilfering, stoornis maag-darmkanaal, etc.
komt voor in dierlijke en plantaardige voedingsmiddelen: vlees, vis (haring), noten en volkorenproducten. Geraffineerde voeding zorgt voor marginale zinkopname;
risicogroepen: zwangeren, herstellenden, kinderen in de groei, alcoholverslaafden.
Slide 26 - Diapositive
Seleen
= selenium
speelt waarschijnlijk rol bij preventie van kanker, onderzoeken zijn nog niet afgerond;
antioxidant, ook rol bij werking schildklier en ontgiften;
alleen seleentekorten in China (seleenarme grond), maar in Nederland is inname marginaal. Tekort leidt tot aandoening hartspier (Kashanziewkte);
risicogroepen: mensen met extreem voedingspatroon
seleenrijke producten: granen, vis, vlees, ei en knoflook. Gehalte is afhankelijk van seleengehalte in de bodem;
wankel evenwicht tussen nuttige en schadelijke inname. Alleen teveel door supplementen: haarverlies, nagels.
Slide 27 - Diapositive
Fluor
werkt in lichaam in de vorm van fluoride;
deel van calciumcomplex: sterke botten en gebit, met name tandglazuur;
komt veel voor n thee en zeevis;
te veel: donkerbruine vlekken op gebit: zebratanden
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Wat is in Nederland de belangrijkste bron van jodium?
A
zeewiersupplementen
B
bakkerszout
C
keukenzout
D
zeezout
Slide 30 - Quiz
Welke symptomen kunnen duiden op een te hoge jodiuminname?
A
sufheid, zweten, gewichtsverlies
B
beven, zweten, gewichtsverlies
C
sufheid, zweten, gewichtstoename
D
beven, zweten, gewichtstoename
Slide 31 - Quiz
Welke maaltijd is ongunstig voor de opname van ijzer?
A
stamppot rauwe andijvie en yoghurt toe
B
gebakken aardappel, gekookte sperziebonen en een appel toe
C
pasta carbonara, tomatensalade en yoghurt toe
D
gekookte rijst met kerriesausje en koffie toe
Slide 32 - Quiz
In welk voedingsmiddel zit veel seleen?
A
yoghurt
B
knoflook
C
fruit
D
peulvruchten
Slide 33 - Quiz
Meneer Jansen heeft een slecht genezende wond. Op welke deficiëntie kan dit duiden?
A
seleentekort
B
zinktekort
C
ijzertekort
D
fluortekort
Slide 34 - Quiz
Aanbevolen literatuur
Catsberg, C., & Kempen-van Dommelen, G. (2018). Levensmiddelenleer. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.
Hartman, E., & redactie. (2016). Mens & voeding. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. (hfd 12, 13)
Stegeman, N. (2021). Voeding bij gezondheid en ziekte. Groningen/Utrecht: Noordhoff uitgevers bv. (hfd 10)