redeneringen en foutieve argumenten

Wat is het verschil tussen modus ponens en tollens? Leg dit duidelijk uit.
1 / 11
suivant
Slide 1: Question ouverte
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat is het verschil tussen modus ponens en tollens? Leg dit duidelijk uit.

Slide 1 - Question ouverte

Lesdoel: ik heb overzicht over de lesstof logica en retorica en kan de kennis toepassen en voorbeelden geven.
A
lukt mij zeker
B
het komt goed
C
dat wordt nog hard werken
D
denk dat het niet lukt

Slide 2 - Quiz

aan welke 3 voorwaarden voldoet een logisch opgesteld syllogisme? (klik ze alle 3 aan!)
A
Een premisse met middenterm tussen subject en predicaat
B
Een algemenere premisse
C
een noodzakelijke conclusie
D
Ze gaan altijd over proposities ipv predicaten

Slide 3 - Quiz

p1: Als Eva thuis is, dan staat haar fiets in de schuur. p2: Eva is niet thuis.
------------------------------
C: Eva's fiets staat niet in de schuur.
A
correcte m p
B
incorrect m p
C
correct syllogisme
D
correct m t

Slide 4 - Quiz

p1: Alle mensen zijn carnivoren.
p2: Marieke is een carnivoor.
----------------------------------------
C: Marieke is een mens.
A
correct syllogisme
B
incorrect syllogisme
C
foutieve modus ponens
D
corrrecte modus tollens

Slide 5 - Quiz

eigen voorbeeld van:
ongegronde generalisatie

Slide 6 - Question ouverte

eigen voorbeeld van:
post hoc ergo propter hoc

Slide 7 - Question ouverte

eigen voorbeeld van:
petitio principii

Slide 8 - Question ouverte

eigen voorbeeld van:
non sequitur

Slide 9 - Question ouverte

eigen voorbeeld van:
foutieve analogie

Slide 10 - Question ouverte

Lesdoel: ik heb overzicht over de lesstof logica en retorica en kan de kennis toepassen en voorbeelden geven. (bereikt)
A
zeker
B
komt goed
C
wat moet ik nog doen?
D
help!

Slide 11 - Quiz