Les 3 Klinisch redeneren

Les 3 Klinisch redeneren
niet-pluisgevoel en oriëntatie op situatie
Stap 1 orientatie op de situatie
Stap 2 klinische probleemstelling
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Les 3 Klinisch redeneren
niet-pluisgevoel en oriëntatie op situatie
Stap 1 orientatie op de situatie
Stap 2 klinische probleemstelling

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud les
Niet pluisgevoel
Oriëntatie op situatie: casus de heer Herremans
Start maken met ZV 2-4.3 redeneerhulpmiddelen verzamelen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klinisch redeneren: 1.2 klinisch redeneerproces
Verwerkingsopdrachten  1 t/m 6


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Individuele opdracht: presentatie redeneerhulpmiddelen af op 1 juni!

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet-pluisgevoel
Het gevoel dat je kunt hebben wanneer je merkt dat er iets aan de hand is met een zorgvrager. 

Je voelt dát er iets is, maar je kunt nog niet duidelijk aantonen of verwoorden wát dit is. 

Intuïtie, voorgevoel of onderbuikgevoel genoemd.

Voorbeelden?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten niet-pluissignalen
lichamelijke niet-pluissignalen;
psychische niet-pluissignalen;
niet-pluissignalen uit de leefomgeving.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet pluisgevoel

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke psychische
niet-pluis signalen zijn er?

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Psychische signalen
  • slaapproblemen, zoals slapeloosheid, heftig dromen of extreme vermoeidheid;
  • angstklachten, waardoor niet kunnen ontspannen, rusteloosheid of paniekaanvallen;
  • somberheid, vaak te herkennen aan lusteloosheid, geen initiatief tonen of geen interesse meer hebben;
  • verminderde zelfzorg of zelfverwaarlozing;
  • slecht voedingspatroon, waardoor gewichtsverlies;
  • vage of onbegrepen lichamelijke klachten, zoals maagklachten, spierspanning of hoofdpijn;
  • een recente levensgebeurtenis, zoals nieuwe lichamelijke beperkingen, overlijden of ziekte van een dierbare, verhuizing;
  • zorg weigeren of vermijden;
  • vaker om hulp bellen of juist niet om hulp bellen;
  • terugtrekken uit sociale omgeving.









Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Signaleringskaarten

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 1 Oriëntatie op situatie
  • meten en beoordelen van de vitale functies;
  • verzamelen van medische informatie uit het elektronisch dossier;
  • vragen stellen aan de zorgvrager en/of naastbetrokkenen;
  • een klinisch beeld vormen en de urgentie van de situatie bepalen



Slide 13 - Diapositive

Ademhaling, bloedcirculatie, bewustzijn
Module 2 Orientatie op situatie
Maak de casus van meneer Herremans

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ZV 2-4.3 
start maken met 3a en 3b

Slide 15 - Diapositive

Start maken met verzamelen voor 3a en 3b.