47-1,2,3: Discussie voorbereiden en oefenen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Overleg toets

Voorwaarden bespreken.

Nu: 27 en 29 november.

Voorstel (alleen als het kan): 

4 en 6 december (Sinterklaas is geen excuus).

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

...vier fases van een probleemoplossende discussie noemen;

...jouw standpunt en argumenten uitleggen aan je klasgenoten;

...uitleggen wat de taak is van de voorzitter.

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

...uitleggen wat een probleemoplossende discussie is;

...oplossingen bedenken voor een probleem;

...een probleemoplossende discussie voeren.

Fases

1. Voorzitter introduceert het probleem.

2. Deelnemers stellen zichzelf voor, noemen hun standpunt  met 1e argument.

3. Deelnemers reageren op elkaars standpunt / oplossing.

4. Er wordt een oplossing gekozen.

Rol voorzitter

1. Introduceert het probleem.

2. Nodigt elke deelnemer uit om zich voor te stellen en zijn/haar standpunt te noemen.

3. Zorgt dat iedereen het woord krijgt.

4. Sluit de discussie af door de beste oplossing te noemen.

(Voorzitter neutraal.)

Aan de slag!

Het probleem is dat het in de kantine bij jullie op school na elke pauze een grote bende is. 

De schoolleiding wil dit probleem oplossen en vraagt afgevaardigden van verschillende groepen (leraren, leerlingen, conciërges, ouders, kantinemedewerkers, schoonmakers, schoolleiding) om mee te discussiëren. 

Jullie mogen als groep één oplossing inbrengen in de discussie.

Wie ben ik?

leraren

leerlingen

conciërges

ouders 

kantinemedewerkers

Standpunt

Ik vind dat ...

Mijn mening is ...

Ik ben van mening dat ...

Mijn standpunt is ...

Stap 1

1. Laat ieder groepslid zo veel mogelijk oplossingen opschrijven. Neem voor elke oplossing een apart papiertje.

Dit doe je voor jezelf, in stilte!

Argument

Mijn belangrijkste argument is ...

De reden dat ik vind ...

Bovendien is er ...

Tegelijkertijd hebben jullie geen rekening gehouden met ...

Aan de slag!

Leef je in in je rol.

Formuleer je standpunt op papier.

Ga op zoek naar argumenten die jouw standpunt ondersteunen.

Schrijf deze argumenten op.

Stap 2

Bespreek de voorgestelde oplossingen met elkaar. 

Welke is volgens jullie de beste en waarom?

Stap 3

Wat zijn de voor- en nadelen van jullie oplossing?

Bespreek de voor- en nadelen en noteer de oplossing die jullie gaan inbrengen in de discussie.

Stap 4 oefendiscussie

Een afgevaardigde van elke groep gaat in discussie met de andere afgevaardigden.

Dus: in ieder groepje zit een leraar, leerling, conciërge, ouder, kantinemedewerker.

Verdedig je standpunt, maar probeer uiteindelijk consensus te bereiken.

Wat wordt DE oplossing??

Groepjes maken

1. Groepjes maken. Denk aan de samenwerking!

2. Stelling kiezen.

3. Inschrijven in Teams in het juiste bestand.

4. Rollen bedenken en verdelen.

5. Sterke argumenten bij jouw rol zoeken. Denk aan de bronnen!

6. Oefenen.

Woensdag werken we hier het hele blokuur aan! Dit is ook jouw tijd om te oefenen. Buiten de lessen moet je ook oefenen! Geef elkaar feedback. Zet de timer aan als je oefent.

Stop! Waarom?

- Groepjes van vier.

- Ieder kiest één stelling.

- Bedenk één argument erbij.

- Een iemand begint. De anderen roepen: 'Stop! Waarom?' als het duidelijk moet.

- Dan de volgende.

- Iedereen klaar? Dan opnieuw met een andere stelling.

Stellingen

1. Ouders moeten zelf betalen voor schoolboeken.

2. Het testen van producten op dieren moet verboden worden.

3. De Europese Unie moet een eigen leger krijgen.

4. Bij terroristische dreiging is martelen geoorloofd.

5. Iedereen moet verplicht orgaandonor worden.

6. Het Suikerfeest moet een nationale feestdag worden.

7. De pensioenleeftijd moet omhoog (je moet dus langer doorwerken).

8. Jongeren moeten verplicht een deel van hun middelbare schooltijd in het buitenland doorbrengen.

9. Je moet kunnen stemmen als je 16 bent.

Of bedenk een eigen stelling.

Woensdag

Wat we gaan doen vandaag:

1. Groepjes maken. Denk aan de samenwerking! (Hebben we al gedaan)

2. Stelling kiezen.

3. Inschrijven in Teams in het juiste bestand.

4. Rollen bedenken en verdelen.

5. Sterke argumenten bij jouw rol zoeken. Denk aan de bronnen!

6. Oefenen.

Vandaag werken we hier het hele blokuur aan! Dit is ook jouw tijd om te oefenen. Buiten de lessen moet je ook oefenen! Geef elkaar feedback. Zet de timer aan als je oefent. Het beoordelingsformulier erbij houden is slim!