H3 deel 2

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Maatschappijkunde jaar 3

Herhalen

Lesdoel

Theorie

Zelfstandig werken

Afsluiten

Planning

1. Wat houdt arbeidsverhoudingen in?

2. Wat betekent een ethische dilemma?

3. Wat is het verschil tussen normen en waarden?

Herhalen 

Je kan het verschil uitleggen tussen formele- en informele verhoudingen. 

Je kan de drie stijlen benoemen / uitleggen van leidinggeven. 

Je kan de soorten overleggen benoemen en uitleggen

Lesdoelen

Formele- en informele verhoudingen

Formele verhoudingen

De formele verhoudingen zijn gebaseerd op functies, taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.

Informele verhoudingen

Deze verhoudingen zijn gebaseerd op persoonlijke kenmerken. 

stijlen van leidinggeven

Autoritaire stijl

De autoritaire baas legt de nadruk op arbeidsprestaties van de werknemers. 

Democratische stijl

De democratische baas wil de beslissingen samen met de werknemers maken. 

Raadplegende stijl

De baas geeft zijn personeel inspraak. Hij vraagt hen voordat hij beslissingen maakt. 

Als je als medewerker inspraak hebt, dan kun je dus meedenken en meepraten. In sommige bedrijven heb je als werknemer ook medezeggenschap, je mag dan over bepaalde zaken meebeslissen. 

De medezeggenschap van werknemers is geregeld in de Wet op de ondernemingsraden (WOR)

Meedenken en praten

De inspraak en medezeggenschap wordt terug gezien in drie soorten overleg. 

Werkoverleg: elke week of elke maand een werkoverleg. Je praat elkaar dan bij over de praktische problemen. 

Personeelsvergadering: Ong. twee keer per jaar hebben bedrijven een personeelsvergadering. Hier is iedereen bij aanwezig en worden de algemene zaken gedeeld. 

Ondernemingsraad (OR): Elk bedrijf met +50 werknemers moet een OR hebben. Zij vertegenwoordigen het personeel. Hierin is spraak van medezeggenschap

Overleggen

Maken:

Examenopdracht: 9 t/m 16 (blz. 31 /33)

Maken

Je kan het verschil uitleggen tussen formele- en informele verhoudingen. 

Je kan de drie stijlen benoemen / uitleggen van leidinggeven. 

Je kan de soorten overleggen benoemen en uitleggen

Lesdoelen

De klas wordt verdeeld in 6 groepjes. Elk groepje krijgt een leiderschapsstijl. 

Je gaat in het groepje de volgende vragen bespreken:

1. Wat zijn de kenmerken van deze leiderschapsstijl?

2. Wat zijn de voordelen en nadelen?

3.  Kun je een situatie bedenken waarin deze leiderschapsstijl effectief zou zijn?

4. Heb je ooit iemand ontmoet die deze stijl van leidinggeven gebruikt? Wat vond je daarvan?

5.  Welke leiderschapsstijl zou jij zelf willen gebruiken als je een team zou leiden? Waarom?

6. Welke stijl denk je dat het beste bij jouw persoonlijkheid past?

Opdracht