A5 WA H10.1B

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

A4 WA H10 voorkennis

Leerdoel van de vorige les

Hoofdstuk 10 paragraaf 1

Exponentiële groei

• Ik kan groeifactoren omzetten naar groeipercentages en andersom.

In Nederland was in 2015 het aandeel van hernieuwbare energie 5,74% van het totale energieverbruik. Stel dat dit aandeel ieder jaar met 13% toeneemt. In welk jaar is dan voor het eerst meer dan de helft van het energieverbruik hernieuwbaar?

Leerdoelen van deze les

Hoofdstuk 10 paragraaf 1

Exponentiële groei

• Ik kan bij exponentiele groei een verdubbelingstijd berekenen.
  
• Ik kan bij exponentiele groei een halveringstijd berekenen.

Ik kan de verdubbelingstijd bepalen.

Het aantal watervlooien in een kweek neemt met 10,4% per dag toe. Aan het begin van de kweek zijn er 80 watervlooien.
Welke vergelijking moet je oplossen om te berekenen na hoeveel tijd het aantal watervlooien verdubbeld is?

Het aantal watervlooien in een kweek neemt met 10,4% per dag toe. Aan het begin van de kweek zijn er 80 watervlooien.
Los de vergelijking 80*1,104^t=160 op en geef hoeveel dagen het duurt voordat het aantal is verdubbeld.

Het aantal watervlooien in een kweek neemt met 10,4% per dag toe. Stel dat de kweek met 120 watervlooien begint, bereken na hoeveel dagen het aantal is verdubbeld.

Ik kan de halveringstijd bepalen.

Van een insectensoort neemt het aantal elk jaar met 8% af. op t=0 zijn er 500 insecten van deze soort.
welke vergelijking moet je oplossen om te berekenen na hoeveel jaar het aantal insecten van deze soort is gedaald tot 250?

Van een insectensoort neemt het aantal elk jaar met 8% af. op t=0 zijn er 500 insecten van deze soort.
Gebruik je rekenmachine om te berekenen na hoeveel jaar het aantal insecten van deze soort is gedaald tot 250. Rond je antwoord af op 1 decimaal.

Van een insectensoort neemt het aantal elk jaar met 8% af. op t=0 zijn er 500 insecten van deze soort.
In hoeveel tijd daalt het aantal insecten van 250 naar 125?
Rond je antwoord af op 1 decimaal.

In 2017 werden er in Nederland 420 miljoen pakketten verstuurd. Sinds 2012 groeide het aantal pakketten met ongeveer 14% per jaar.
We hebben gezien dat deze formule daarbij hoort:

Wat is de verdubbelingstijd?

P=420⋅1,14​t​​

Huiswerk voor deze paragraaf

Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:

• Ik kan bij exponentiele groei een verdubbelingstijd berekenen.
  
• Ik kan bij exponentiele groei een halveringstijd berekenen.

Maak dan opdrachten 11, 12, 13, 14, 15, 16, 19  van paragraaf 1 van hoofdstuk 10.