Hoofdstuk 6.5

Hoofdstuk 6.5 verschuivingen van het evenwicht
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6.5 verschuivingen van het evenwicht

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
- Kort herhalen 6.4 (gisteren ook gedaan)
- 6.5 Verschuivingen van het evenwicht
-

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van de les kun je
- Rekenen aan evenwichtsreacties (afgelopen 2 lessen gedaan) 
-  Ken je de factoren wanneer een evenwicht veranderd. 
- Kun je uitleggen hoe het evenwicht gaat verschuiven aan de hand van de evenwichtsvoorwaarde.

Slide 3 - Diapositive

Je hebt de volgende evenwichts reactie in een vat van 10 liter. Je begint met 0,16 mol Fe3+ en 0,30 mol SCN-. Er wordt 20 mol% omgezet

1. Bereken de hoeveelheid FeSCN2+ in evenwichtn (let op ondermaat)

2. Bereken de evenwichtsconstante 

3. Geef een uitleg wat de K-waarde betekent 

Slide 4 - Diapositive

Beïnvloeden van het evenwicht
N2 + 3 H2 <-- --> 2 NH3

Hoe zouden we het evenwicht kunnen laten verschuiven?

Slide 5 - Diapositive

Beïnvloeden van het evenwicht
N2 (g) + 3 H2 (g) ⮂ 2 NH3 (g)

Hoe zouden we het evenwicht kunnen laten verschuiven?
1. concentraties verhogen/verlagen van beginstoffen

Slide 6 - Diapositive

Beïnvloeden van het evenwicht
N2 (g) + 3 H2 (g) ⮂2 NH3 (g)

1. concentraties verhogen/verlagen van beginstoffen/producten
Als we de hoeveelheid stikstof of waterstof verhogen schuift het evenwicht naar .....
Als we de hoeveelheid ammoniak verlagen schuift het evenwicht naar......

Slide 7 - Diapositive

Beïnvloeden van het evenwicht
N2 (g) + 3 H2 (g) <-- --> 2 NH3 (g)

1. concentraties verhogen/verlagen van beginstoffen/producten
Als we de hoeveelheid stikstof of waterstof verhogen schuift het evenwicht naar rechts
Als we de hoeveelheid ammoniak verlagen schuift het evenwicht naar rechts

Slide 8 - Diapositive

Beïnvloeden van het evenwicht
N2 (g) + 3 H2 (g) ⮂ 2 NH3 (g)

2. Temperatuur veranderen
1 kant is altijd exo en 1 kant is altijd endotherm. 
--> exo
<-- endo



Slide 9 - Diapositive

Beïnvloeden van het evenwicht
N2 (g) + 3 H2 (g) ⮂ 2 NH3 (g)

2. Temperatuur veranderen
1 kant is altijd exo en 1 kant is altijd endotherm. 
--> exo
<-- endo
Als we de temperatuur verhogen gaat het evenwicht naar ...
Verlagen gaat het evenwicht naar ....



Slide 10 - Diapositive

Beïnvloeden van het evenwicht
N2 (g) + 3 H2 (g) ⮂ 2 NH3 (g)

2. Temperatuur veranderen
1 kant is altijd exo en 1 kant is altijd endotherm. 
--> exo
<-- endo
Als we de temperatuur verhogen gaat het evenwicht naar links
Verlagen gaat het evenwicht naar rechts



Slide 11 - Diapositive

Beïnvloeden van het evenwicht
N2 (g) + 3 H2 (g) <-- --> 2 NH3 (g)

3. De concentratie veranderen door de druk (g) of door de hoeveelheid oplosmiddel
[] is natuurlijk concentratie, als deze waarde veranderd en K moet hetzelfde blijven gaat het evenwicht veranderen. 




Slide 12 - Diapositive

Als ik de druk verhoog waardoor het volume halveert. Naar welke kant gaat het evenwicht verschuiven?
2 NO2 (g) <-- --> N2O4 (g)

Slide 13 - Diapositive

Als ik de druk verhoog waardoor het volume halveert. Naar welke kant gaat het evenwicht verschuiven?
2 NO2 (g) <-- --> N2O4 (g)

gehalveerd volume = concentratie 2x zo groot

Slide 14 - Diapositive

Als ik de druk verhoog waardoor het volume halveert. Naar welke kant gaat het evenwicht verschuiven?
2 NO2 (g) <-- --> N2O4 (g)

gehalveerd volume = concentratie 2x zo groot van beide 
Q (de waarde bij niet-evenwicht) = 2/22
Q = 2/4 dus 1/2, dus Q is 2x zo klein
Hij gaat altijd streven naar de K waarde (bij evenwicht)

Slide 15 - Diapositive

Als ik de druk verhoog waardoor het volume halveert. Naar welke kant gaat het evenwicht verschuiven?
2 NO2 (g) <-- --> N2O4 (g)

gehalveerd volume = concentratie 2x zo groot van beide 
Q (de waarde bij niet-evenwicht) = 2/22
Q = 2/4 dus 1/2, dus Q is 2x zo klein
Hij gaat altijd streven naar de K waarde (bij evenwicht)
Hoe maken we de waarde weer groter? (onder of boven de breuk verhogen?)

Slide 16 - Diapositive

Als ik de druk verhoog waardoor het volume halveert. Naar welke kant gaat het evenwicht verschuiven?
2 NO2 (g) <-- --> N2O4 (g)

gehalveerd volume = concentratie 2x zo groot van beide 
Q (de waarde bij niet-evenwicht) = 2/22
Q = 2/4 dus 1/2, dus Q is 2x zo klein
Hij gaat altijd streven naar de K waarde (bij evenwicht)
Hoe maken we de waarde weer groter? boven. 
Dus evenwicht gaat naar rechts.

Slide 17 - Diapositive

A (aq) + B (g) <-- --> C (aq) + D (s)
Als we stof C aftappen gaat het evenwicht naar
A
rechts
B
links

Slide 18 - Quiz

A (aq) + B (g) <-- --> C (aq) + D (s)
Als we stof B toevoegen gaat het evenwicht naar
A
rechts
B
links

Slide 19 - Quiz

A (aq) + B (g) <-- --> C (aq) + D (s)
Stof D staat wel/niet in de evenwichtsvoorwaarde
A
niet
B
wel

Slide 20 - Quiz

A (aq) + B (g) <-- --> C (aq) + D (s)
--> endo en <-- exo
Ik verhoog de temperatuur, het evenwicht gaat naar ....
A
rechts
B
links

Slide 21 - Quiz

Weektaak 
Maken opdracht 30 t/m 33 uit het boek (blz 155) of in de online omgeving.
- Maken opdracht 36 t/m 38 uit het boek (blz 158) of in de online omgeving.

Slide 22 - Diapositive