M2 - hfd 6 - samenvatting

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Spullen op tafel

Boek en schrift op de juiste bladzijde open!

hfd 6

herhaling

• start van de les
• theorie van dit hoofdstuk herhalen
• werken aan opgaven (Gemengde opgaven blz 186 of herhalingsopgaven)
  
• afsluiting 
  

Doel van vandaag:

Aan het einde van de les hebben we:

• de theorie nog allemaal herhaald.

Wat weet je nog van de vorige les?

• Je kent de formule om de oppervlakte te vergroten
• Je kunt met de formule de oppervlakte vergroten
• Je kent de formule om de inhoud te vergroten

• Je kunt de inhoud vergroten 

Huiswerk

Ga in groepjes zitten volgens de nummers

bespreek in 10 minuten met elkaar de opgave, kijk wat er anders is gegaan. En wat je zou moeten veranderen:

opgave 40                          opgave 46                          opgave 47

opgave 41                           opgave 49                          

Bespreken opgave 

• opgave 40
• opgave 41
• opgave 46
• opgave 47
• opgave 49 

Van de foto wordt een vergroting gemaakt. 

De factor van de vergroting is 3. 

Bereken de breedte en de hoogte van de vergroting. 

en sleep de antwoorden naar de bijbehorende plekken.

lengtematen foto                   lengtematen vergroting

schaalmodel                            werkelijkheid

Voor de breedte geldt: 8 cm

Voor de hoogte geldt: 6 cm

× 3

24 cm

18 cm

× 3

× 3

× 6

× 8

Het vierkant met zijden van 3,6 cm is vergroot tot een vierkant met zijden van 9 cm.

Bereken de factor. Sleep de antwoorden naar de bijbehorende plekken.

De factor is          :                 = 

× ...

3,6

9

9

3,6

2,5

∆DEF is een vergroting van ∆ABC.

Bereken de vergrotingsfactor.

origineel                     beeld

BC =                             EF =

De factor is          :            =  

× ...

factor = beeld : origineel

70

21

0,3

70

21

35

50

Stel we gaan het origineel verkleinen.

Wat komt dan te staan in de pijlenketting onder foto C en D? 

8

4

2

0,5

Hoe bereken je de schaal van een tekening?

Meet in de tekening de lengte van een voorwerp waar je de werkelijke afmeting van wil weten.

Vul de getallen in bij de pijlenketting. Zorg dat je dezelfde lengtemaat gebruikt.

Bereken de factor.

Schrijf de schaal van de tekening op.

De schaal van dit model is 1 : 24

De auto is in het echt 3,6 m.

Hoe groot is de auto op schaal?

Vul de verhoudingstabel

echt

schaal

24 cm

1 cm

3,6 m

12 cm

Een modeltrein is 50cm lang, de schaal is 1:500

50

Werkelijke lengte trein in cm

500

Modeltrein in cm

1

25000

schaal 1 : 25 betekent:

op de kaart is  in het echt

op de kaart

in het echt

1 cm

25 cm

Een modeltrein is 50cm lang, de schaal is 1:500

50

Werkelijke lengte trein in cm

500

Modeltrein in cm

1

25000

schaal 1 : 120

schaal 1 : 2500

schaal 1 : 10000

Schaal: 1:50

Schaal 1:100

Schaal 1:25

400 mm in het echt is 8 mm op schaal

5 mm op schaal is 500 mm in het echt

50 mm in het echt is 2 mm op schaal

Lees de theorie blokken door!

Wat:            Opgaven 61 t/m 72

Tijd:             tot 5 minuten voor einde les

Hoe:             Zelfstandig in stilte 

Hulp:           Boek 

Resultaat: De uitwerkingen van de opgaven in je boek en nagekeken

Klaar:          ga voor een ander vak werken

 

Lees de theorie blokken door!

Wat:            Opgaven 61 t/m 72

Tijd:             tot 5 minuten voor einde les

Hoe:             Zelfstandig of in zacht overleg

Hulp:           Boek, Medeleerling, Docent

Resultaat: De uitwerkingen van de opgaven in je boek en nagekeken

Klaar:          ga voor een ander vak werken

 

Waar hebben we vandaag uitleg overgehad?

Hier heb je aan gewerkt:

• Schaalmodel
• Tekenen op schaal.

Volgende les

• herhalen 
• D-toets

Leerdoelen paragraaf

5.1

61 t/m 72