Wat kan ik verwachten van de toets: Grammatica & formuleren? Onderdeel grammatica:
* Stellingen theorie waar/ niet waar:
Bijv. "Het meewerkend voorwerp moet een mens of dier zijn, geen ding" = dit waar of niet waar
* Zinsdelen benoemen:
"Alle leerlingen hebben gisteren een boek gekozen" : wat voor zinsdeel is een boek?
* Zinnen volledig ontleden t/m de bijwoordelijke bepaling
* Samengestelde zinnen herkennen & Pv's herkennen in enkelv. en samengestelde zinnen
* Maak een zin met de volgende zinsdelen ( volgorde niet veranderen):
Bijv. BWB / PV / OW / LV / MW
* Woordsoorten benoemen (zoals de oefening in de les vorige week)
* Maak een zin met de volgende woordsoorten ( zoals de oefening in de les vorige week)