Telefoongesprek les 2

Telefoongesprekken
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Telefoongesprekken

Slide 1 - Diapositive

Ben je wel eens 1 dag zonder telefoon/ mobiel?
A
JA
B
NEE, ECHT NIET
C
NOU... DAT LIJKT ME WEL FIJN
D
IK GA HET MORGEN PROBEREN :)

Slide 2 - Quiz

Hoe vaak bel jij per week?
A
Ik heb geen telefoon
B
1 tot 3x
C
4 tot 6x
D
7 of meer

Slide 3 - Quiz

JE BENT OP ZOEK NAAR EEN STAGE PLEK, WAT DOE JE?
A
BELLEN
B
WHATSAPPEN
C
MAILEN
D
IK GA BIJ ZE LANGS

Slide 4 - Quiz

Persoonlijk langsgaan
Dit is helemaal prima, omdat de stageplek dan al een gezicht heeft bij de persoon. De eerste indruk is heel belangrijk. 

Slide 5 - Diapositive

Waar moet je over nadenken voor je gaat bellen naar een stagebedrijf?

Slide 6 - Question ouverte

Voorbereiding

  • Waarom bel je?
  • Aan wie ga je wat vragen? (weet je de naam of functi van de persoon die je wilt spreken?)
  • Wat ga je weten?
  • Hoe ga dat vragen?
  • Zijn er nog meer dingen die belangrijk zijn om te weten?


 



Opening



Begroeten, naam en de naam van school
noemen.



Vraag naar de juiste persoon



Vertellen waarom je belt



Slide 7 - Diapositive

Vooraf
  •  Praat duidelijk en rustig

  • Gebruik beleefde woorden

Slide 8 - Diapositive


De telefoon gaat. Je neemt op. Wat zeg je als eerste?
A
Niks, ik wacht tot de ander iets zegt.
B
Ik zeg "Hallo".
C
Ik zeg "hallo" tegen de ander en ik zeg mijn naam.
D
Ik vraag waarom de ander belt

Slide 9 - Quiz

Waar of niet waar?
Je hoeft niet te zeggen waarom je belt als de ander heeft opgenomen.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz


Als ik iemand bel, wie bepaalt dan waar we over praten?
A
Ik bepaal, want ik heb gebeld.
B
Ik wacht tot de ander begint te vertellen.

Slide 11 - Quiz


Wie praat er tijdens het gesprek?
A
Alleen ik
B
Alleen de ander
C
We praten allebei tegelijk
D
We praten om de beurt

Slide 12 - Quiz

Goed of fout?
Als ik wil stoppen met bellen hang ik gewoon op.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quiz

Wat kun je zeggen om het gesprek af te sluiten?

Slide 14 - Question ouverte

Theorie: een
telefoongesprek voeren

Slide 15 - Diapositive

Vragen voor een stageplek
Luister het geluidsfragment wat is goed en wat is niet goed. 
RD4 stage

Slide 16 - Diapositive

Wat gaat goed in het gesprek en wat kan beter?

Slide 17 - Carte mentale

Te laat op school
Luister het fragment
Verslapen

Slide 18 - Diapositive

Hoe kan de leerling beter reageren.

Slide 19 - Carte mentale

Slide 20 - Carte mentale

Opdracht
Je staat in de winkel en er belt een klant. Hoe neem je de telefoon aan? De klant wil een bestelling doorgeven. Hij of zij spelt de naam met behulp van het telefoonalfabet. 
Schrijf een telefoonscript en oefen dit in de winkel in tweetallen
Geef elkaar feedback volgens de feedbackregels. 

Slide 21 - Diapositive