Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
oefeningen h 3.3
Wat is een signaalwoord bij het tekstverband "reden"?
A
en
B
want
C
ten eerste
D
toch
1 / 26
suivant
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Wat is een signaalwoord bij het tekstverband "reden"?
A
en
B
want
C
ten eerste
D
toch
Slide 1 - Quiz
Tekstverband = uitleg
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
ook
bijvoorbeeld
zo
maar
Slide 2 - Question de remorquage
Tekstverband
A
Een samenvatting van een tekst
B
Stukje tekst
C
Verband tussen woorden, zinnen en alinea's
Slide 3 - Quiz
Tekstverbanden
timer
10:00
Tekstverband
Doel
Concluderend
Conclusie geven
Redengevend
waarom iemand iets doet/vindt
Oorzakelijk
waardoor iets is gebeurd (geen invloed)
Vergelijkend
verschil of overeenkomst
Slide 4 - Diapositive
Signaalwoord: toen
Tekstverband
A
opsommend
B
tijdsvolgorde
C
tegenstelling
Slide 5 - Quiz
Wat hoort bij tekstverbanden?
A
Verwijswoorden.
B
Signaalwoorden.
C
Inhoudswoorden.
D
Antwoord A, B en C.
Slide 6 - Quiz
'maar', 'echter', enerzijds', 'toch'.
Voor welk tekstverband zijn dit signaalwoorden?
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Middel-doel
D
Reden
Slide 7 - Quiz
Tekstverband = voorbeeld/toelichting
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
ook
bijvoorbeeld
zo
maar
Slide 8 - Question de remorquage
toch
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
Slide 9 - Quiz
Wat is geen tekstverband?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorbeeld
D
doel
Slide 10 - Quiz
Signaalwoord: TEN EERSTE........TEN TWEEDE
A
middel-doel
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling
Slide 11 - Quiz
Ik slik elke dag een vitaminepil om te voorkomen dat ik griep krijg.
A
Tijd
B
Doel en middel
C
Opsomming
D
Tegenstelling
Slide 12 - Quiz
Bij welk verband passen de signaalwoorden: als, indien, mits, tenzij
A
Doel en middel
B
Voorwaarde
C
Voorbeeld
D
Tegenstelling
Slide 13 - Quiz
maar
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
Slide 14 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord: zoals
A
tijd
B
voorbeeld
C
doel en middel
D
opsomming
Slide 15 - Quiz
'En' hoort bij het tekstverband:
A
Conclusie
B
Opsomming
C
Tegenstelling
D
Voorbeeld
Slide 16 - Quiz
Wat is een argument (reden)?
A
Een uitleg waarmee je een feit verdedigt.
B
Een uitleg waarmee je een mening verdedigt.
C
Een uitleg waarmee je een reden verdedigt.
D
Iets wat je moet controleren.
Slide 17 - Quiz
Staat hier een feit, mening of argument?
"Morgen moet ik naar de tandarts."
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 18 - Quiz
Bij welke mening staat een argument?
A
Ik vind deze broek niet mooi.
B
Te laat komen is vervelend, omdat je dan een stuk van de les mist.
C
Leerlingen die door de les praten zijn irritant.
D
Dat vind ik gewoon zo.
Slide 19 - Quiz
Welke argumenten staan in alinea 3?
A
Een chirurg uit NY speelt een uur voordat hij aan een operatie begint een game om zo zijn fijne motorriek te trainen.
B
Gamen is goed voor je geheugen, intelligentie en je fijne motoriek.
Slide 20 - Quiz
In welke alinea's staan de argumenten van Lotte?
A
Alinea 1, 2, 3 en 4
B
Alinea 2, 3 en 4
C
Alinea 2, 3, 4 en 5
Slide 21 - Quiz
Is dit een goed argument?
A
Dit is een goed argument
B
Dit is een slecht argument
Slide 22 - Quiz
Staat hier een feit, mening of argument?
"Omdat hij goede standpunten heeft."
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 23 - Quiz
Je kan een argument herkennen aan signaalwoorden. Wat is géén signaalwoord van een argument?
A
Volgens mij
B
Dubbele punt (:)
C
Namelijk
D
Want
Slide 24 - Quiz
Een argument hoort bij een mening
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quiz
Wat zijn signaalwoorden voor een argument?
A
kortom, onze conclusie is, namelijk, want
B
immers, namelijk, daarom, zij denkt dat
C
de reden hiervoor is, want, namelijk, immers
D
de reden hiervoor is, dus, daarom, want
Slide 26 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Lezen les 8
Avril 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
OEFENEN EN HERHALING LEZEN H5+H6
Avril 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Herhalingsles 33,34,41 en 42
Avril 2021
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Lezen 3 tm 5
Mars 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
herhaling H3 H4
Mars 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Do 24 nov alineaverbanden en signaalwoorden
Juin 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3,4
Theorie begrijpend lezen eerste periode
Novembre 2018
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
toets leesvaardigheid
Septembre 2023
- Leçon avec
33 diapositives