Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Herhalingsles 3G blok 2
Herhalingsles 3G
Blok 2
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
3 vidéos
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Herhalingsles 3G
Blok 2
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Wederkerend voornaamwoord
Slide 3 - Diapositive
Wederkerend voornaamwoord
Slide 4 - Diapositive
Wederkerig voornaamwoord
Het woord: elkaar/elkander
Zien jullie elkaar nog?
Kwestie van uit je hoofd leren!!
Slide 5 - Diapositive
Hij vergist zich als hij zegt dat we elkaar volgende week zien.
A
zich = wederkerend vnw elkaar = wederkerig vnw
B
zich = wederkerig elkaar = wederkerend
Slide 6 - Quiz
Maak een zin met een wederkerend voornaamwoord.
Slide 7 - Question ouverte
Maak een zin met een wederkerig voornaamwoord
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Vidéo
GRAMMATICA ZINSDELEN
bedrijvende vorm
De
bedrijvende vorm
is de 'gewone vorm' van een zin. In de bedrijvende vorm is
het onderwerp actief
.
Moniek
voert de kippen.
Slide 10 - Diapositive
Lijdende vorm
Lijdende vorm: onderwerp ondergaat iets = passief.
Hulpwerkwoord: hebben, zijn of worden
De kippen
worden
gevoerd door Moniek.
Slide 11 - Diapositive
Lijdende of bedrijvende vorm?
De keeper heeft de bal voortreffelijk tegengehouden.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm
Slide 12 - Quiz
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm
Slide 13 - Quiz
Lijdende of bedrijvende vorm? De hond wordt door mijn moeder uitgelaten.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Vidéo
spelling engelse werkwoorden
Slide 16 - Diapositive
Engelse werkwoorden
De miljonairsdochter is door drie onbekende mannen (kidnappen)
A
kidgenapt
B
gekidnapt
C
gekidnapped
D
gekidnapd
Slide 17 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij heeft de bal over het net (smashen).
A
gesmasht
B
gesmashed
C
gesmashet
D
gesmashd
Slide 18 - Quiz
Engelse werkwoorden
Zet het werkwoord in de verleden tijd
Hij ... (racen)
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete
Slide 19 - Quiz
Engelse werkwoorden
Welk werkwoord is fout gespeld?
A
hij hockeyde
B
zij mixde
C
zij streste
D
hij tackelde
Slide 20 - Quiz
Engelse werkwoorden
Gisteren (snoozen) ik wel vier keer vóór ik opstond.
A
snoozte
B
snoozde
C
snoozede
D
snozede
Slide 21 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
2ASW: Actieve en passieven zinnen + handelend voorwerp
Février 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Do 26 september Lijdende en bedrijvende vorm
Septembre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3 h Gesundheit DU3 L1
Octobre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Secondary Education
Do 17 okt Lijdende en bedrijvende vorm
Octobre 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les 32 - Samenvatten YESweek 2: hoofdstuk 1 tm 3 Grammatica
Décembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederland
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3 h Gesundheit DU4 L2 Grammatik
Octobre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Duits
Secondary Education
TAAL thema 4 les 19 & 20
Janvier 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 1,8
Herhalingsles wederkerende werkwoorden
Mars 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3