Les 10.2 - Afronden H4 !!NOG VOORBEREIDEN!!!

§4.4 Kracht en snelheidsverandering
Lesplanning:
  1.  Herhaling rekenen met de stoot
  2. Afronden opgaven §4.4
  3. Bespreken opgave 51 
  4. oefentoets H4

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

§4.4 Kracht en snelheidsverandering
Lesplanning:
  1.  Herhaling rekenen met de stoot
  2. Afronden opgaven §4.4
  3. Bespreken opgave 51 
  4. oefentoets H4

Slide 1 - Diapositive

Een stoot heeft als effect:
A
kracht
B
snelheidsverandering
C
arbeid
D
negatieve arbeid

Slide 2 - Quiz

Een kracht die over een bepaalde afstand werkt levert ...
A
stoot
B
arbeid
C
massa
D
niks

Slide 3 - Quiz

Stoot 
Stoot=Ft
Stoot in newtonseconde (Ns)
F de kracht in Newton (N)
t de tijd in seconden (s)
§4.4 opgave 42 t/m 48, 50 en 51

Slide 4 - Diapositive

Stoot & beweging
  • Grotere stoot zorgt voor grotere snelheid voorwerp.
  • Grotere massa, grotere stoot nodig om dezelfde snelheid te krijgen.
Ft=mv
§4.4 opgave 42 t/m 48, 50 en 51

Slide 5 - Diapositive

Een trein van 70 000 kg rijdt met een motorkracht van 35 kN bij het station weg. Na een minuut is de trein op zijn eindsnelheid. Bereken deze snelheid.

Slide 6 - Question ouverte

Gegevens:

m = 70 000 kg
Fmotor = 35 kN = 35 000 N
t = 1 minuut = 60 seconden
v = ?
Oplossing:

  • F * t = m * v
  • 35 000 * 60 = 70 000 * v 
  • 2 100 000 = 70 000

  • v = 2 100 000 / 70 000
  • v = 30 m/s

§4.4 opgave 42 t/m 48, 50 en 51

Slide 7 - Diapositive

Aan de slag
In je schrift maken en nakijken
§4.3 opgave 42 t/m 48, 50 en 51
timer
12:00

Slide 8 - Diapositive

Opgave 51
Corey rijdt op zijn fiets weg bij een stoplicht. Hij bereikt na 10 seconden een snelheid van 18 km/h. Corey en zijn fiets wegen samen 70 kg.

a. Bereken hoeveel kracht Corey gemiddeld heeft gezet tijdens het wegrijden.
18 km/h = 5 m/s

F * t = m * v
F * 10 = 70 * 5
F * 10 = 350
F = 35 N

Slide 9 - Diapositive

Opgave 51
Corey rijdt op zijn fiets weg bij een stoplicht. Hij bereikt na 10 seconden een snelheid van 18 km/h. Corey en zijn fiets wegen samen 70 kg.

c. Bepaal de afstand die Corey heeft
     afgelegd.
  • v = 18 km/h = 5,0 m/s

  • s = 10 * 5 / 2 = 25 m

Slide 10 - Diapositive

Opgave 51
Corey rijdt op zijn fiets weg bij een stoplicht. Hij bereikt na 10 seconden een snelheid van 18 km/h. Corey en zijn fiets wegen samen 70 kg.

d. Bereken hoeveel arbeid Corey
     heeft verricht.

  • W = F * s

  • W = 35 * 25 = 875 J

Slide 11 - Diapositive

Gordon heeft een massa van
80 kg en Giada 60 kg. Ze duwen elkaar met gelijke kracht weg.
Wat kan je zeggen over de snelheid na de stoot?
A
Gordon heeft een grotere snelheid.
B
Giada heeft een grotere snelheid.

Slide 12 - Quiz