Tarwe
1 / 17
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Welke graansoort zie je op deze dia?
A
mais
B
tarwe
C
haver
D
rijst
Slide 5 - Quiz
Welke graan-
soort zie je
hier?
soort zie je
hier?
A
mais
B
tarwe
C
haver
D
rijst
Slide 6 - Quiz
welke
graansoort
zie je hier?
graansoort
zie je hier?
A
mais
B
tarwe
C
rijst
D
haver
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
kiemje
baardje
meellichaam
Schil (vliesje)
Slide 9 - Question de remorquage
Slide 10 - Diapositive
Waar of niet waar?
Volkorenmeel bevat het meellichaam, het kiempje en de zemel.
Volkorenmeel bevat het meellichaam, het kiempje en de zemel.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Wie heeft er gelijk?
Bas zegt: Bloem bevat alleen het meellichaam.
Susan zegt: Van bloem worden banketproducten gemaakt.
Bas zegt: Bloem bevat alleen het meellichaam.
Susan zegt: Van bloem worden banketproducten gemaakt.
A
Bas heeft gelijk
B
Susan heeft gelijk
C
Bas en Susan hebben allebei gelijk
D
Bas en Susan hebben allebei geen gelijk
