Werkwoordspelling - herhaling (1) - pvtt - havo 3

Werkwoordspelling - herhaling (1) - havo 3
PVTT
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling - herhaling (1) - havo 3
PVTT

Slide 1 - Diapositive

PVTT
1. ik-vorm
2. ik-vorm+t
3. infinitief (hele werkwoord)

Slide 2 - Diapositive

PV - ik-vorm
ik als onderwerp
(Ik neem een appel.)
je/jij ná de persoonsvorm
(Heb jij die computer vernield?)
gebiedende wijs
(Druk eens op de bel!)

Slide 3 - Diapositive

[genieten] je ook zo van die film? (PVTT)

Slide 4 - Question ouverte

Ik [verbinden] aan die beslissing geen consequenties. (PVTT)

Slide 5 - Question ouverte

[schreeuwen] niet zo! (PVTT)

Slide 6 - Question ouverte

pv - ik-vorm+t
je/jij vóór de pv
(Je brengt de kat naar de dierenarts.)

hij/zij/u/het/alles wat je hierdoor kunt vervangen als onderwerp
(Zij vertelt een goed verhaal.)

Slide 7 - Diapositive

[rennen] je vader daar nou net weg voor een bruine beer? (PVTT)

Slide 8 - Question ouverte

[vormen] u nu een goed voorbeeld voor de rest? (PVTT)

Slide 9 - Question ouverte

Het is logisch dat Els dat boek [lenen] van Jurre. (PVTT)

Slide 10 - Question ouverte

Jij [houden] Maria al weken aan het lijntje. (PVTT)

Slide 11 - Question ouverte

pv - infinitief (hele werkwoord)
onderwerp = meervoud
(De mannen lopen naar zee.)

Slide 12 - Diapositive

De mannen [stofzuigen] de zolder en de babykamer tegelijk. (PVTT)

Slide 13 - Question ouverte

Terwijl de jongens de meiden [entertainen], kijken de docenten het proefwerk na. (PVTT)

Slide 14 - Question ouverte

Nu alles door elkaar!

Slide 15 - Diapositive

Jill [vertellen] iedere dag een nieuw verhaal. (PVTT)

Slide 16 - Question ouverte

[beantwoorden] je mijn vraag nog even? (PVTT)

Slide 17 - Question ouverte

De bouwvakkers (begeleiden) de stagiaires nauwgezet. (PVTT)

Slide 18 - Question ouverte

[binden] dat touw vast aan de muur!

Slide 19 - Question ouverte

Vraag of je zus dat antwoord [opschrijven] voor je.

Slide 20 - Question ouverte

De kip [vrezen] voor haar leven bij die botte boer.

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive